69 overleed 31 Januari 1584 aan zijne op 19 November bij Winschoten bekomen wonden; Asinga Entens sneuvelde op 7 October 1584 (1). De oorlog werd in de noordelijke provinciën hoofdzakelijk gevoerd op kosten van Holland, Zeeland en Utrecht, zooals kan blijken uit onder staande resolutiën van Holland. Res. H. 1 October 1583 „Sijne Excel lentie biedt aen, de Lande van Hollandt, Zeelandt ende Utrecht in „goede verseeckertheijt te doen houden, midts ter maendt precijs opge bracht soude worden de somme van 125.000 van XL gr.om bij „syn Pr. Exc. daer mede onderhouden te mogen worden 10.000 goede „soldaten, met 1000 Ruyteren ende 1000 Pioniers (2), ten dienste van „den lande; van welck krijghsvolck 20 vendelen ter maendt ten vollen „betaelt sullen worden, ende d'andere Ruyteren ende knechten van „6 weecken tot 6 weecken(3). Res. H. 30 December 1583„Alsoo „de voorsz. Provinciën mede nodigh bevonden hebbende 125.000 guldens „ter maendt sijn Exc. geconsenteert tot onderhoudt van 10000 soldaten, „1000 paerden ende 1000 pioniers, te doen verhoogen, doordien in den- delven staet niet begrepen waren de 6 vendelen, die S. Exc. verstondt „te doen houden in guarnisoen binnen Bergen-op-Zoom (4)de 3 vendelen „op der Neuse, de 8 vendelen tot bewaernis van de Veluwe (5), soo in „de steden als in schansen, behalven de 2 vendelen die in den staètvan „S. Exc. zijn gestelt; noch volgende 't concept van S. Exc. een Duijtsch „regiment in campagne van 3000 Man, en 2000 soldaten in waertgelt, „met noch 200 paerden, overmidts de vordere lasten van de Equipage, „ende d'assistentie van den Churfurst, hebbe de gedeputeerden van de „voorsz. Provinciën voorgeslagen, geraemt ende geconcipieert seeckere „staet(6). (1) De compagnie van den heer van Nyenoort ging onder zijn zoon Caspar van Ewsum over tot het regiment Friezen van graaf Willém Lodeyvijk van Nassau (Res. S. G. Maart 1584). De overige compagnieën bleven onder Asinga Entens. Na diens overlijden (7 October 1584J, moest weer langen tijd onderhandeld worden over de afrekening (Res. S. G. 12 Januari en 11 Maart 1585'. (2) Hans Duycic werd kolonel van de 1000 pioDiers (Res. H. 23 December 1583). Volgens Res. H. 10 Februari 1581 had de kolonel air ede ontrent 30 pioniers"; ingevolge die van 11 Fe bruari 15S4 werden uitgegeven 50 Instrumenten aan schoppen, spaden en houweelen; en ingevolge die van 7 Maart 1581 moesten alle vagebonden worden aangehouden, tot essistentie van den kolonel. Bij Res. S. G. 28 Maart 1584 zou Bernard Focking 100 daalders ontvangen voor elke 100 pioniers, door hem te lichten. In Aanteekening N°. 103 wordt Jan Duyck genoemd als kolonel der pioniers; wellicht zijn Jan en Hans dezelfde persoon. i3) Zie voorts Res. H. 21 26, 28 October, 14 en 15 November, 12, 14, 24 en 30 December 1533. De Prins van Oranje achtte bovendien ncodig voor genoemde provinciën 100 stukken geschut, n.l. gotelingen van 1200, 16C0 en 2000 ponden gewichts, enz. (Res. H. 14 December 1583). (4) Te Bergen-op-Zoom was kolonel jhr. Roelof Berwouts gouverneur of superintendent. Aan het garnizoen, dat aan het muiten was, \an wege gebrek aan betaling werd pardon verleend (Res S. G. 23 November en 25 December 1583). (5) Toen die van Gelderland vernamendat het plan bestond om hen een secours van Engelsche vendelen te zenden, verklaarden zij: ïdat zij de selve nyet en begeeren, midts heuren naem zoo Bseer odieux was, om doverlasten die zij int Lant van Gelre hadden gedaen maer dat sy bereet waeren andere knechten tzij Nederlantsche oft hooch- ïduytsche te aenveerden" (Res. S. G. 12 December 1583). (6j Zie voorts Res. 21 Januari, 17 en 20 Maart 1584.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1911 | | pagina 83