82 De staat van oorlogdie nog op 26 September 1586 vóór de over komst van den nieuwen Engelschen gouverneur-generaal was vastge steld, bevat de navolgende sterkte en betalingen (1) Officieel staat evenwel genoteerd 27650 en 500 (5) Wanneer men van deze getallen aftrekt het noodige voor de vele garnizoenen, vooral in de frontier-steden, dan staat men verbaasd over de geringe strijdkrachten, waarmede men den vijand over een uitgestrekt terrein het hoofd moest bieden. Bovendien merken wij op, dat de getallen Gerepartieerd op Cavalerie Infanterie. Bedrag per maand van 42 dagen. Holland en Utrecht n Zeeland Friesland op de contributiën Engelsch secours Samen 500 ruiters 200 2500 (4) iooq 60 compagnieën a 150 9000 man 22 3,200 4400 pioniers 500 12 compagnieën a 200 2400 (2) 18 compagnieën a 200 3600 (3) 3 compagnieën a 300 900 7 a 200 1400 7 a 150 =1050 1 100 5000 15000 102000 48400 P. M. 26400 5000 39600 236400 4200 ruiters 27850 voetknechten en 500 pioniers. (1) De bijzonderheden zijn vermeld bij hoofdstukken II en III. (2) Regiment van wijlen jhr. Alexander de Haultain. (3) Regiment van graaf Willem Lodewijk van Nassau. (4) Hieronder niet begrepen de ruiters in Nuis, Rijnberk en enkele andere plaatsen (zie Hoofdstuk II). (5) Onder de compagnieën op de contributiën worden op den staat van oorlog vermeld Onder Maerten Schenck 3 van 300, 1 van 200, 3 van 150; op Blijenbeek Huis te Gennep Arnhem Zwolle Schans over Deventer Hasselt Zwartsluis en Vollenhove Coterschans 3 van 200 1 van 200 1 van 200 1 van 200; 1 van 150 1 van 150 2 van 150; Totaal: 3 van 300; 7 van 200; 7 van 150; Staat evenwel genoteerd: 3 van 300; 6 van 200; 7 van 150; Dezelfde onnauwkeurigheid komt voor in Res. H. 22 Juli 1585. 1 van 100 1 van 100 hoofden. 1 van 100

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1911 | | pagina 96