84 ontving als gouverneur, kapitein-generaal en admiraal van Holland en Zeeland (1). De bedoeling was geenszins om aan dezen jeugdigen vorst staatkundigen invloed toe te kennen, maar alleen om te voorkomen dat graaf Leicester aan het hoofd der regeering van de voornaamste ge westen gesteld werd. Een andere zet was om aan graaf Maurits een hoogeren titel toe te kennen, dan welke Leicester als graaf voerde. Ofschoon Maurits geen recht kon doen gelden op den titel van Prins van Oranje, welke toe kwam aan des Zwijgers oudsten zoon, graaf Filips Willem, die in Spanje vertoefde, vonden de Staten van Holland er het volgende op: „Is geresolveertdat in de Provisie van de Justitie, den Titul van Graef „Mauritz van Nassau, als gouverneur, Capitein-generaelen Admirael „gebruijckt sal werden, als hier na volght: „Maurice, geboren Prince van Orange, grave van Nassau, Catzenelle- „boge, Yianden, Diest, etc. Marquis van der Yeere en YlissingenHeere „van St. Yith, Doesburgh, der Stadt Grave ende Landen van Cuycketc. „gouverneur, capiteijn-generaal ende admirael over Hollandt, Zeelandt „en Vrieslandt" (2). Eerst na den dood van Filips Willem, Prins van Oranje, erkenden allen, ook buiten de gewesten Holland en Zeeland, den aan graaf Maurits verleenden prinsen-titel. Evenwel wordt voortaan in de geschiedenis meestal gesproken van Prins Maurits, welk voorbeeld hier zal gevolgd worden. Middelerwijl trof men maatregelen tot ontvangst van den graaf van Leicester en zijne installatie op het Binnenhof te 's-Gravenhage. Op 20 December 1585 landde hij te Vlissingen met een schitterend gevolg en een lijfwacht van 50 boogschutters, 50 hellebardiers en 50 mus ketiers (3). Aan den graaf werd meer eer bewezen dan macht toegekend. De koorden van de beurs kreeg hij niet in handen, wel tal van eeretitels. De Staten-Generaal boden hem aan „boven den titul die hare Koningh- „lijcke Majesteijt van Engelandt den Doorluchtigen Hooghgebooren Heere „Robrecht, grave van Lycester, heeft gegeven, derselver Sijne Exc. oock „te committeren tot gouverneur en capitein-generaal over de nadere ge ünieerde provinciën, te weten van Gelderlandt met het graafschap van „Zutphen, van Ylaanderen, van Hollandt met West-Vrieslandtvan Zee landt, van Utrecht, en van Yrieslandt, midtsgaders hare geassocieerde „etc. met volle macht en absolut gebiedt in 't stuck van den oorlogh, „over alle generale ende particuliere HoofdenAdmiraelsvice-Admiraels, (1) G. P. B,Deel III, Bladz. 105 en Res. H. 1 November 1585. (2) Res. H. 14 November 1585. Met Vrieslandt" wordt bedoeld West-Friesland of het Noorder kwartier (Noord-Holland). (3) Zie Aanteekening N°. 92.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1911 | | pagina 98