76
Roermond, waartegen zij de kasteelen van Hoogstraten, Karpen en
het geschut van Erkelens zouden overleveren (1). De gemutineerden
bedankten Prins Maurits voor alle beleefdheden; den lsten Juni werd
Karpen, den 7den Hoogstraten overgeleverd, den 9den Juni Grave
door het „Esquadron" ontruimd (2). Een paar weken later begonnen zij
vijandelijkheden tegen de Staatschen (3) en gaven de Staten-Generaal
bevel hun geen kwartier te verleenen (4). De verzoening bracht den
aartshertog groote voordeelen aan; vele korpsen toch neigden om bij de
muiters aan te sluiten, hetgeen zeker het geval zou zijn geweest, indien
de tocht naar Henegouwen een ander verloop had genomen en het beleg
van Ostende ware opgebroken. Daarentegen ontstond nu kans dat
de gemutineerden in het overkwartier van Gelderland vielen of naar
Friesland trokken (5). Om desgevorderd tegen hen op te tredenwerden
troepen aangewezen onder bevel van Werner van den Houte, be
staande uit 20 compagnieën onder jhr. Adriaan van Swieten en
15 vanen onder Gerard van Warmelo, drost van Salland (6); maar
bij het bericht dat het „Esquadron" zich over Maastricht naar Vlaan
deren begaf, werd genoemde macht ontbonden (7). Het „Esquadron" ver
voegde zich ten getale van ongeveer 2000 man bij het leger, dat onder
Ambrosius Spinola tot ontzet van Sluis oprukte. Velen hunner verlieten
na ontvangen betaling de Spaansche vaandels en zochten elders fortuin
zelfs in het leger van Prins Maurits (8).
De verdediging van Ostende werd hardnekkig voortgezet. Het opper
bevel veranderde telkens als gevolg van ziekte of het sneuvelen der titu
larissen (9); gedurende de laatste maanden van het beleg bevonden zich
niet minder dan 93 compagnieën binnen de veste (10). Beidenbelegerden
en belegeraars, toonden een tot dusverre ongeëvenaarde inspanning,
zoodat het beleg een oefenschool voor alle wapens en dienstvakken mocht
(1) Res. s. G. 31 Mei 1604.
(2) Res. S. G. 11 Juni 1604. Ingevolge overeenkomst tusschen de Staten-Generaal en den
aartshertog werden in den loop van het jaar 1606 de fortificatie-werken en de kasteelen te
Hoogstraten en Wouw afgebroken, zijnde schadelijk voor beiden partijen.
(3) Res. S. G. 29 Juni 1604.
(4) Res. S. G. 12 Juli 1604.
(5) Res. R. v. St. 9 Juni en Res. S. G. 22 Juli 1604.
(6) Res. S. G. 23 Juli en 8 Augustus en Res. R. v. St. 8 Augustus 1604.
(7) Res. S. G. 7—9, 11 en 14 Augustus 1604. Roermond bleef door de gemutineerden
bezet (Res. S. G. 23 Augustus en 18 October 1604).
(8) Reeds in Februari waren 70 soldaten van 't „Esquadron" bij compagnieën op de repar
titie van Utrecht in dienst genomen en naar Ostende gezonden (Res. S. G. 4, 5 en 10
Februari 1604).
Thomas Viller kwam 17 Augustus met vele ruiters over in het leger voor Sluis. H(j werd
ritmeester van een nieuwe vaan (zie Hoofdstuk III; vaan N°. 40).
(9) Zie Bijlage III.
(10) Res. R. v. St. 23 Maart 1604. De sterkte dier compagnieën was betrekkelijk gering en
zeer uiteenloopend, als gevolg van het sneuvelen, verwonden, ook door ziekte van velen.