81 cheerden nagenoeg te gelijker hoogte naar den Rijn (1). Nu en dan vielen schermutselingen voor, o. a. op 9 October bij Mulheim aan de Roer, waar de kolonel Dommarville het leven liet. De vijand behaalde grootere voordeelen dan het Staatsche leger. Graaf Karel van Bucquoy veroverde den 28sten October Wachtendonk op Louis de Kethulle, heer van Ryhoven, den 8sten November het huis Krakou, waar de kolonel jhr. Adriaan van Swieten het bevel voerde; de val dezer sterkten viel meerendeels te wijten aan de schromelijke verwaarloozing der vesting werken (2). In het laatst van November betrokken beide legers de win terkwartieren; de onzen troffen vooral maatregelen om den vijand te beletten over den Rijnden Yssel of de Waal het land binnen te drin gen (3) en bereidden alles voor om in het vroege voorjaar van 1606 te velde te kunnen verschijnen (4). Prins Maurits en de Raad van State streefden naar versterking van de krijgsmacht door extra-wervingen in het buitenlanddeze haalden aanvankelijk in FrankrijkDuitschland en Engeland weinig uit. Koning Hendrik IV had zelf soldaten noodig tot bestrijding van den hertog van Bouillon, Henri de la Tour d'Auvergne sinds 1592 maarschalk van Frankrijk en gehuwd met gravin Elisabeth, dochter van Prins Willem van Oranje. In Duitschland rustte hertog Hendrik Julius van Brunswijic zich sterk uit om de stad Brunswijk met geweld aan zijn gezag te onderworpen. De provincie Holland wenschte nieuwe compagnieën, 2 te paard en 12 tot 15 voetvolk, op te richten, met afdanking van evenveel minder slagvaardige afdeelingen; voorts alle voor het veldleger bestemde compagnieën op 150, de com- pagnieën-colonelle op 200 hoofden te brengen; wanneer de andere pro vinciën daarin niet meegingendan weigerde Holland alle geldelijke hulp (5). Maar alle inkomsten bleven vér beneden de raming, waardoor ook de consenten der provinciën op zich lieten wachten. Toch was volk dus 6 (1) Res. R. v. St. II en 17 September 1605. In „Militaire Afbeeldingen enz." eerste gedeelte komt op folio 19 voor eene „Lijste van de behoeften bij Sijne Excellentie int jaer 1605 „noodich bevonden omme een vlott te maken over een riviere van 2000 voeten breet die de „twee leste jaeren mede te velde geweest ende bij Schenkenschans over de Wael ende Rhjjn „geslagen sijn". Het tweede gedeelte bevat bijzonderheden omtrent legerkampen, voor namelijk omstreeks 1606, het vierde gedeelte (folio 1 en volgende) vertoont eenige slagorden, in September 1605 uitgevoerd voor Rees. (2) De heer van Ryhoven waarschuwde de Staten-Generaaldat Wachtendonk niet ver dedigbaar wastenzij het kasteel ontmanteld werd. Aangezien dit 7000 zou kosten, ging men er niet toe over (Res. R. v. St. 10 en 27 Augustus 1605). (3) Res. R. v. St. 15 December 1605. Holland had redouten langs de Merwede gebouwd eene rivierbewaking ingesteld en de soldij der daarbij dienende soldaten van 11 tot 16 ten 42 dagen verhoogd (Res. H. 21 October 1605). Naar Nijmegen werden gezonden „granaten „minkijzers en diergeljjcke ingenien om die tegens des vijandts surprinsen te gebruyeken, „in den tijt van noot" (Res. S. G. 13 Februari 1606). Do soldaten leden veel gebrek, inzon derheid de Duitschers en de Engelschen te Arnhem (Res. S. G. 12 December 1605). (4) Zie Aanteekening N°. 52. (5) Res. H. 1 JanuariRes. S. G. 3 en 12 Januari 1606.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1913 | | pagina 105