107 hen, die met volle wapenrusting, paard, jongen en bidet overkwamen, van soldij als harquebusier voor de anderen (1). Archibald Erskine, kapitein in het regiment Schotten van William Edmond, had op eigen kosten ruiters gelicht en naar Dordrecht overge bracht. De Staten van Holland meenden dezen bij een compagnie te voet in te deelen, maar gaven toe aan de Staten-Generaalwelke tegen het volgende voorjaar uit de Schotten een vaan van 100 kurassiers en 80 bidets wilden samenstellen; tot 1 Maart 1605 zou elke bereden ruiter 14, elke ruiter zonder paard 7 stuivers vergoeding ontvangen (2). De aanstelling van Erskine dagteekende van April d. a. v. In 1606 volgde de oprichting van de vaan Thomas Groonenberch (3), te voren luitenant bij don Gaston de Spinola. Tevens wilden de Staten bij wijze van proef 4 compagnieën voetvolk reorganiseeren tot 4 compagnieën dragonders, elke van 150 man, op verhoogde soldij (4). Slechts 2 compagnieën kwamen tot standdie van de kapiteins Hendrik Elüeren en Michaël Otmarson (5); zij ontvingen eene vergoeding van 1000 voor de nieuwe bewapening hunner solde- nieren tot „musquettiers te peerde ofte dragons" (6)de eerste dragonders in dienst van den Staat. Reeds bij verschillende gelegenheden had men infanteristen te paard gezet, somwijlen achter den ruiter om spoedig eenig punt te bezetten. De benaming van dragonders „dragons" d. z. draken - duidt genoegzaam het tweeslachtige karakter aan van strijders als regel te voet, als uitzondering te paard (7). Ook de harquebusiers bezigde men somwijlen voor het gevecht te voet. Nog traden in den loop van het jaar twee Pransche compagnieën onder Le Metz en Yillebon in Staatschen dienst (8)6 compagnieën werden op voorstel van graaf Hendrik Frederik van Nassau generaal der cava lerie, volledig tot kurassiers vervormd (9). (1) Res. S. G. 26 en 27 Augustus, 4 OctoberRes. H. 26 Augustus 1604, Prins Maukits wilde aanvankelijk Th. Viller tot luitenant, een Hollander Johan vanIngenieulandt tot ritmeester aanstellen, maar eindigde met eerstgenoemde voor te dragen aan de Staten-Generaal als ritmeester (Vaan N°. 40). (2) Vaan N°. 41. Archibald Erskine was in 1601 Thomas Niche als kapitein opgevolgd (Res. R. v. St. 24 Augustus 1601Res. II. 17-23 December en Res. S. G. 20 en 23 De cember 1604). (3) Vaan N°. 42. (4) De traktementen per maand werden bepaaldvoor den kapitein met een jongen 200; de jongens van den luitenant en vendrig „als ze eenigsins weerachtig zijn" 20; de sergeanten en korporaals 8 boven hun gewone gage (Res. S. G. 1 en 7 Juni 1606), (5) Vanen N°. 43 en 44. (6) Res. R. v. St. 6 Juni, Res. S. G. 13 Juni, 10 en 12 Augustus 1606. Zie voorts aantee- kening N°- 68. (7) Met de Nederlandsche dragonders tusschen de jaren 1814 en 1867 heeft men zulks over ,'t hoofd gezienzij vormden zuivere cavalerie-regimentenwaarbij het gevecht te voet slechts zelden beoefend werd. (8) Vanen N°. 45 en 46. Zie voorts Aanteekening N°. 69. (9) Res. H. 21 November en 5 December en Res. S. G. 30 December 1606. Het betrof de vanen N°. 6, 8, 9, 15, 18 en 20.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1913 | | pagina 131