110
Res. R. v. St. 11 Maart 1603. Jhr.
Justinus van Nassau, natuurlijke
zoon van Prins Willem I, gebo
ren 1559, overleden 26 Juni 1631.
S. v. O. 1608 98 kurassiers en
30 bidets (1).
S. v. O. 1609 70 kurassiers.
Yaan N°. 2.
Res. H. 22 Juli 1585. Joost de Comm. R. v. St. 20 Augustus 1588
Zoete, ridder, heer van Villers; gecontinueerd als ritmeester over
veldmaarschalk, overleden 17 100 lansiers (2).
Maart 1589 aan zijn wonden bij S. v. O. 1588 100 lansiers, op
het beleg van Geertruidenberg. Heiland.
Res. R. v. St. 12 Juni 1589, de
vaan gelicentieerd (3).
Yaan N°. 3.
Res. S. G. 21 Augustus 1577. Pierre S. v. O. 1587 100 lansiers.
de MelunPrins van Espinoy. S. v. O. 1588 75 lansiers, op
Deze vaan werd aangevoerd door Holland.
Pierre de Voysin, tot dusverre Ree. R. v. St. 20 Mei 1589 90
„enseigne" bij de vaan van Prins lansiers.
Maurits; na Voysin's dood door Res. R. v. St. 24 November 1589
Hans Barnart (of Bernard) tot 75 lansiers,
dusverre kornet bij de compagnie Res. R. v. St. 14 Augustus 1589
van Prins Maurits (4). 100 lansiers.
Res. R. v. St. 16 Februari 1591
120 lansiers.
Comm. R. v. St. 21 September 1594. S. v. O. 1595 110 lansiers.
GraafHENDRiicFREDERiKVANNAS- S. v. O. 1597 110 ruiters en 25
sau, ritmeester der „Bende van bidets (6).
Ordonnantie en Lanchier-Ruyte- S. v. O. 1599 100 ruiters en 80
ren", 100 paarden van wijlen bidets.
den Prins van Espinoy (5). Res. S. G. 24 Januari 1606. De
(1) De staat van oorlog voor 1608 is ingevuld volgens gehouden monstering. Deze noot
geldt dus ook voor de volgende vanen.
(2) Traktement 8000 per 48 dagen.
(8) Betreffende de afrekening met de weduwe yan den heer van Villers over z(jn dienst
als ritmeester van 1 September 1584 tot 3 Juli 1589, zie het afrekening-boek Staten-Generaal
N°. 8838 folio 214, Algemeen Rijksarchief.
(4) Journael van Anthonis Duyck I, 193.
(5) Toen graaf Hendrik Frederik zich met zij ne moeder Louise de Coligny aan het hof
van koning Hendrik IV van Frankrijk bevondverzochten de Staten-Generaal zijne mede
werking tot het aanwerven van een vaan Fransche kurassiers. Dit ontmoette veel zwarig
heden (Res. S. G. 7 Januari en 11 Maart 1599).
(6) Onder de algemeene benaming van ruiters gemeenlijk gebezigd op de staten van
oorlog zijn hier en elders bij andere vanen begrepen 25 kurassiers (met bidets of bagage-
paarden); 3° overigen zijn pistoliers. Zoodra alle ruiters voorzien waren van bidets, bestond
de vaan geheel uit kurassiers.