Charles de Heratjgièr-e, gou
verneur van Breda; geboren 1556,
overleden 22 December 1601 (1).
120
Comm. R,
Yaan N°. 16.
v. St. 12 Juni 1591. Res. S. G. 7 Juni 1591 50 kara-
biniers, op de contributiën van
Namen en Henegouwen.
Res. S. G. 26 Juli 1593 75 kara-
biniers, op Brabant (2).
Res. S. G. 15 Februari 1594, ge
bracht op 100 karabiniers uit de
opgeheven vaan N°. 21onder
bepaling dat de compagnie voor
taan mede te velde zal trekken.
S. v. O. 1595 100 karabiniers (8).
S. v. O. 1597 100 ruiters en 25
bidets.
Res. S. G. 25 September 1599
80 ruiters en 25 bidets.
Res. S. G. 7 Februari 1602 100
ruiters en 30 bidets.
1609 70 kurassiers, op Holland.
Res. R. v. St. 13 Februari 1602.
Adriaan Meganck.
Yaan
Comm. R. v. St. 28 Maart 1592.
Graaf Filips van Hohenlohe,
vrijheer tot Langenberg, luite
nant-generaal van Holland, Zee
land en West-Frieslandgeboren
17 Februari 1550, overleden 5
Maart 1606 (4).
Res. S. G. 27 Mei 1606. Filips
Ernst, graaf van Hohenlohe,
heer tot Langenberg, broeders-
N°. 17.
Comm. R. v. St. 28 Maart 1592
100 lansiers, op Holland (5).
S. v. O. 1597 120 ruiters en 25
bidets.
Res. S. G. 29 April 1599 120
ruiters en 50 bidets.
S. v. O. 1601 177 ruiters en 50
bidets.
Res. S. G. 31 Januari 1605. De
compagnie zal blijven op 130
paardenwaarbij 60 in plaats
van 50 kurassiers (met bidets).
S. v. O. 1607 162 kurassiers,
waaronder 20 paarden van den
graaf, en 60 bidets.
(1) Heeft mede een compagnie te voet.
(2) Op Brabant, ingevolge Comm. R. v. St. 7 Mei 1592.
(3) De ontvanger van Breda kon de compagnie ruiters, wegens den soberen staat der
contributiën van Brabant, niet langer betalen (Seer. Res. S. G. 18 Mei 1595).
(4) Blijkens Res. R. v. St. 18 Januari 1594 was Ferdinand Christoffel van Chynsky,
luitenant bij den graaf.
5) Ingevolge Res. S. G. 26 Maart 1592.