IBS dd. 4 April 1591 moesten de nieuwe vaandels der nationale en der Schot- sche compagnieën den leeuw voeren in de natuurlijke kleuren „zoo naer moghelijck"in overeenstemming met het zegel van den Raad; bij een resolutie van den volgenden dag vervielen de natuurlijke kleuren en werd de leeuw rood (1); van verdere versiering geen sprake. Kapitein Spronck was de eersteaan wien 40 voor een nieuw vaandel bij zijne compagnie werd toegestaan (2). Sinds 1599 voerden de vaandels den leeuw met pijlen op doek van verschillende kleuren (3). Hoofdstuk I vermeldde (bladzijde 23), dat het voetvolk bij de wapen schouwing dd. 18 Juli 1592 voor de eerste maal in bataljons was inge deeld. Sedert werd deze opstelling zoowel bij exercitiën als voor het gevecht gevolgdwaartoe de compagnieën van het regimentnaarmate van haar getal, een of meer bataljons formeerden. Met oplossing van het compagnies-verband stelden, de piekeniers der aangewezen compag nieën zich in het midden, de musketiers op de flanken van het bataljon, allen op 9 tot 12 gelederen: elk bataljon, als slagvaardige eenheid gecom mandeerd door een sergeant-majoor (4). In 1588 bestonden de navolgende provinciale regimenten (5) I. Op Holland. a. De garde van Prins Maurits. De prins voegde hierbij gewoon lijk te velde nog een paar andere compagnieën van voorname be velhebbers, waarna het geheel volgens Bijlage XVI de benaming voerde van „régiment des gardes", met den kapitein der garde als commandant. b. Het Noord-Hollandsche regiment. Na ontslag van den kolonel jhr. Diederik Sonoy in 1588 (6) werden alleen te velde enkele compagnieën onder den kolonel jhr. Willem van Dorp tot een regiment vereenigd. In 1593 schonken (1) Zie Aantoekening N°. 70. (2) Res. R. v. St. 13 April 1591. Het bedrag van 40 voor een nieuw vaandel was vroeger en werd ook later verleend. Sinds de oprichting van het regiment van graaf Ernst Casimir van Nassau in 1599 werden binnen vier jaren de vaandels tweemalen ver nieuwd toen men in 1603 weder geld daarvoor aanvroeg, werd het verzoek om der gevolgen wille geweigerd (Res. R. v. St. 13 Februari 1603). (3) Res. S. G. 16 Maart 1599. (4) Sergeant-majoor hoofdofficier met den rang van majoor, als tegenwoordig. Bij het Spaansche leger vervulde hij een soortgelijke betrekking „Le sergent-major, second officier „du tercio, était chargé de l'instruction militaire des soldats, de la direction du service „intérieur et de la discipline; il portait un baton comme marque distinctive de son grade" (A. L. P. de Robaulx de Soumoy „Histoire générale des guerres de Savoieetc." page 40). Een sergeant-majoordie een compagnie hadontving een toelage van 40 ter maand (Res. S. G. 7 Januari 1605). Volgens de exercitie-reglementen van latere tijden was hjj de eenige bereden officier van het regiment: wanneer hij sommige gelegenheden, als wapenschouwin gen, de kolonel en de luitenant-kolonel zich bij den troep bevonden, bleven zij te voet. (5) Zie voor meerdere bijzonderheden de genealogie der korpsen (B). (6) Res. S. G. 12 Augustus 1588.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1913 | | pagina 162