139 de Staten van Holland het Noordhollandsche regiment aan den toenmaligen graaf Hendrik Frederik van Nassau. c. Het regiment, voorheen van jhr. Justinus van Nassau, sinds 1585 van graaf Filips van Nassau. d. Het regiment van jhr. Christoffel van IJsselsteyn, sinds 1589 van jhr. Floris van Brederode, heer van Cloetingen. e. Het regiment van Maximiliaan, graaf van Hornes, heer van Locres. Op den staat van oorlog van 1588 komt nog voor eene compagnie van 300 hoofdeneen uitzondering wat de sterkte betrefttoen ze in 1592 in tweeën gesplitst werd, bleef een gedeelte onder den vorigen chef jhr. Diederik Vijgh het andere kwam onder zijn zoon Joost (1). Deze veelbelovende officier overleed 2 Juni 1593 bij het beleg van Geertruidenberg aan zijne wonden. II. Het Zeeuwsche regiment, sinds 1588 onder graaf George Everhard van Solms. De kolonels Michiel Caulier en Johan Piron beiden op Zeeland waren in 1588 geen regiments-commandant. De eerste overleed in 1593; kolonel Piron werd betaald uit de brandschatting van Vlaanderen (2). III. Het Utrechtsche regiment onder graaf Adolf van Nieuwenaer en Meurs. IV. De compagnieën op Gelderland. Van een Geldersch regiment kon eerst sprake zijn, nadat de vijand het grootste gedeelte van het gewest had moeten ontruimen. In de maand Juli 1589 sloten de Staten-Generaal een verdrag met Floris Ivrijheer van PallandtWitthemenz.graaf van Culemborg, volgens hetwelk hij eenig garnizoen voor zijne stad zou lichten en als superintendent beheerende compagnie, ter sterkte van 200 hoofden, kwam onder bevel van Johan Bacx (3). In 1593 deed de graaf afstand van de compagnie, die ter sterkte van 113 hoofden overging op Dirk van Brakel (4). V. De compagnieën op Overijssel, eerst in 1647 tot een regiment vereenigd. Sinds aanvaarding van het stadhouderschap was Prins Maurits chef van een der compagnieën op Overijssel, aangevoerd door Antonie de Lalaing, heer van La Mouillerie, te velde meestal ingedeeld bij 's Prinsen Garde. (1) Comm. R. v. St. 15 April 1592. (2) Res. S. G. 7 Januari 1589. Zijne afrekening, loopende van 23 Maart 1585 na aankomst uit Bergen-op-Zoom te Brussel tót 31 October 1589, is te vinden in het Archief S. G. N°. 8333, fol. 151 en 154 (Algemeen Rijksarchief). (3) Res. S. G. 6 en 15 Juli 1589. De commissiën voor den graaf en Johan Bacx worden verleend b(j Comm. R. v. St. 8 Juli 1589. Laatstgenoemde ontving, als assistent van den graaf 100 ter maand op Holland (Res. R. v. St. 11 en 21 November 1589). (4) Comm. R. v. St. 8 Mei 1593, Graaf Flows van Culembokg overleed 9j September 1598.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1913 | | pagina 163