141 in dienst en onder eed genomen worden, doch op minder gunstige voorwaarden dan voorheen (1). De Raad van State wenschte de nieuw beëedigde compagnieën weder onder een kolonelschap te ver eenigen; doch de Staten-G-eneraal vonden beter: „dat sij hen gelaten „sullen, off die intentie sulcx ware, dat men over de compagnien een „colonel soude stellen" (2). Na veel haarklooven ontving de kapitein, tevens luitenant-kolonel, Alexander Murray voorloopig commissie als kolonel en werd hem eventueel het bevel opgedragen over de compagnieën Schotten te velde (8). In Februari 1595 besloten de Staten, blijkbaar prijs stellende op zijn persoon, hem niet alleen te velde maar voortdurend het aanzijn rang verbonden traktement uit te betalenonder voorwaarde dat hij goede opzicht over de compagnieën hield (4). De commissie bij provisie werd tevens vervangen door eene vaste commissie als kolonel van het regiment Schotten (5). Sir Francis Yere was na vertrek van Peregrin Barty, lord Wil- loughby of Eresby en aftreding van Thomas Morgan feitelijk algemeen bevelhebber van het Engelsche secours, hetwelk echter niet op de over eengekomen sterkte werd gehouden. De meeste compagnieën Engelschen lagen in garnizoen te Ostende en in de cautionnaire of pandsteden Brielle en Vlissingen, waar zij meer stonden onder de directe bevelen van de Engelsche gouverneurs ter plaatse, dan van de Generaliteit. De Staten- Generaal en Prins Maurits stelden de bekwaamheden van sir Francis Yere op hoogen prijs, zoodat zij in 1593 trachtten hem nader aan de Republiek te verbinden. Hij ontving commissie om nevens den Prins, waar noodig 't zij te water of te landte velde of in sterkten en steden den lande als kolonel te dienen, onder gehoudenheid het bevel over alle compagnieën Engelschen te aanvaarden, en onder beding dat het korps geheel en uitsluitend onder het oppergezag van de Staten-Gene- raal zou staan, zoodat noch de koningin van Engeland, noch een der Engelsche gouverneurs daarover binnen- of buitenlands iets te zeggen had (6). Koningin Elisabeth gaf het volgende jaar toestemming tot het lichten van 1500 man in haar rijk (7). Op verzoek der Staten- Generaal werd de lichting nader bepaald op 2000 mandiein de maand Maart van 1594 werden overgebracht, gekleed, gewapend en ingedeeld als regiment van 13 compagnieën. Na] verovering van de stad Groningen (22 Juli 1594) besloot men het regiment op eene mindere (1) Res. S. G. 14 en 17 Februari 1B94. (2) Seer. Res. S. G. 11 Februari 1594. (3) Res. S. G. en Res. R. v. St. 29 Maart, Comm. R. y. St. 30 Maart 1594. (4) Res. S. G. 2 September 1594. (5) Res. S. G. 26 Januari en Comm. R. v. St. 2 Februari 1595. (6) Res. S. G. 5 en 10 Juli en Comm. R. v. St. 10 Juli 1593 op een traktement van 500 ter maand. Zie ook General sir Edward Cecil, I p. 22. (7) Res. S. G. 17 Januari, 10 en 11 Februari 1594.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1913 | | pagina 165