142
sterkte in dienst te houden; de compagnie-colonelle ten getale van
150, de overige compagnieën van 113 hoofden (1). Koningin Elisa
beth verkeerde in de meening, dat het regiment zou worden inge
deeld bij het Nederlandsch secours naar Frankrijk, hetgeen haar ijver
zucht opwekte, wijl bij gunstigen afloop de Staten-Generaal en niet
zij met de eer zouden gaan strijken. Om deze en andere redenen
vorderde zij telkenmale het regiment op (2). In 1596 namen sir Francis
Yeee en 500 man, 5 compagnieën, van zijn regiment deel aan de
expeditie naar Cadix. In hetzelfde jaar werd het regiment uitgebreid
met 400 man, om alle compagnieën op 150 hoofden te brengen (3).
Voortdurende onzekerheid omtrent gebruik van het regiment en van het
secours, die elk oogenblik door koningin Elisabeth konden terugge
roepen worden, bleef voor de Staten-Generaal, hun machtige bondge-
noote moetende ontzien, een struikelblok bij het vaststellen van plannen
voor de krijgsverrichtingen. Daarbij kwam dat alleen sir Francis Vere
den eed aan de Staten-Generaal had afgelegd; geenszins zijne kapi
teins en soldaten. De Raad van State drong sterk aan op verandering
in dezen toestand (4). De verhouding der Republiek tegenover de com
pagnieën Engelschen werd eerst geregeld bij traktaat van 16 Augustus
1598 (5), toen het secours opgeheven en bepaald werd dat 1150 En
gelschen, in betaling der Staten-Generaal, zouden blijven behooren tot
de garnizoenen der cautionnaire steden. Alle overige Engelschen, zulks
verkiezendekwamen in gewonen dienst bij het regiment van sir Francis
Vere, hetwelk gebracht werd op 20 compagnieën, tevens onder voor
waarden van zorg voor de verminktende weduwen en weezenals
hier te lande gebruikelijk (6). Men zou bij deze nieuwe regeling ver
wacht hebben, dat de Engelsche kapiteins voortaan den eed aan de
Staten-Generaal aflegden geenszins, alles bleef tot 1602 op het oude.
Het regiment Engelschen, hetwelk na de opheffing van het secours
was gebracht op 20 compagnieën, werd weldra tot 26 uitgebreid (7).
Aan den herhaalden aandrang om deze compagnieën op repartitie aan te
nemen zou nog in tal van jaren geen gevolg gegeven worden. In
het voorjaar van 1599 vormden de compagnieën twee regimenten: het
oude onder sir Francis Vere, tevens generaal-bevelhebber van beiden,
het nieuwe onder zijn broeder sir Horatio (8).
(1) Res. S. G. 5 September 1594.
(2) Res. S. G. 21 December 1594.
(3) Res. S. G. 15 Augustus 1596.
(4) Res. S. G. 17 Februari en 21 Maart 1597.
(5) Zie bladzijde 47.
(6) Res. S. G. 19, 20 en 27 September 1598.
(7) Res. S. G. 27 September 1598 en 21 Januari 1599; Res. H. 23 December 1598. Bovendien
waren nog 200 Engelschen van sir Edwaed Norris te Ostende.
(8) Res. S. G. 17 November 1598. General sir Edward Cecit. I p. 121 en 122 is dien
aangaande fout.