148 van 200 man, dienende op Duitschen voet. Na afloop der verbintenis bleven de overste Fuchs en enkele kapiteins nog eenigen tijd met hunne compagnieën in 's lands dienst op de gewone bezoldiging per 42 dagen (1). Op het einde van het jaar 1605 waren de beide regimenten Franschen vergroot met drie compagnieën, de compagnieën Engelschen verdeeld in drie in plaats van in twee regimentende Schotten uitgebreid tot twee regimenten. De extra-lichtingen voor 1606 zijn in Hoofdstuk I vermeld (2). Bij het overlijden op 6 Maart 1606 van graaf Filips van Hohenlohe, luitenant-generaal van Holland en Zeelandritmeester en kapitein van eene compagnie te paard en eene te voet, gingen beiden over op zijn broederszoon graaf Filips Ernst (8). De wapenstilstand van 1607 met de aartshertogen gaf aanleiding tot het afdanken van enkele compagnieëndaarentegen versterkten in den loop van het jaar andere vendelen het leger van den Staat; daartoe behoorde een compagnie Denen onder Otto Brahe (4). Voorts kwamen Schotsche officieren zonder ontvangen commissie met compagnieën uit Schotland overo. a. kapitein Keinier Cranston wien echter gelast werd dat hij zijne compagnie „soude scheyden, ofte dat men deselve sal doen „scheyden"; zij werd verdeeld over andere compagnieën Schotten (5). Volgens den staat van oorlog bedroeg in 1607 de sterkte der 853 compagnieën op papier 55341 man: de staat van 1608, grootendeels op gemaakt na gehouden monstering, gaf voor 362 compagnieën eene sterkte van 43367 man. Uit den staat van oorlog van 1609 blijkt 't, dat bij het intreden van den tijdelijken vredestoestand het wapen der infanterie op papier was samengesteld uit 315 vendelen of com pagnieën ter gezamenlijke sterkte van 27491 man: tegen 129 vendelen met 19164 man in het oorlogsjaar 1588. Twee jaren vóór het Bestand verscheen de „Wapenhandelinghe van „Roers, Musquetten ende Spiessen figuirlijck vytgebeelt door Jacob „de Gheyn", waarvan het titelblad en eenige platen voor dit Deel zijn gereproduceerd. Het werk bevat, behalve de platen, een „Corte onder- wysinghe" voor de jonge of onervaren soldaten, benevens de woorden van commando. De eerste uitgave dagteekent van 1607 (den Haag), de tweede van 1608 in het Nederlandsch (Amsterdam) en in het Fransch (1) Res. S. G. 21 Maart, 14 en 15 April, 5 Mei, 25 Juli, 8 en 9 Augustus, 14, 26 en 29 September, 6, 13, 15 en [23 Octobe 28, 9, 23, 26 en 28 November, 9 en 12 December, Res. R. v. St. 7 September; Res. H. 27 Juli en 12 October 1603; Res. S. G. 3—5 Januari 1606. De Duitschers werden hier te lande voorzien van „jacquen, rustingen ende musquetten". De eerste op 5 Augustus verloopende verbintenis werd met 3 maanden verlengd. Zie verder Aanteekening N°. 73. (2) Bladzijde 88. (3) Voor de compagnie te paard, zie vaan N°. 17; voor die te voet Aanteekening N°. 74. (4) Zie Aanteekening N°. 75. (5) Res. S. G. 16, 19 en 31 Juli 1607.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1913 | | pagina 172