150 defeoy van Scheyt genaamd Wischpenningh kapi tein hij de garde. b. HET GELDERSCHE REGIMENT. Np, het overlijden op 8 October 1589 van graat' Adolf van Nieuwenaae en Meubs, stadhouder en generaal over het krijgsvolk in Gelderland, duurde het vele jaren alvorens weder op den staat van oorlog ter repar titie van Gelderland een kolonel voorkwam. De eerstvolgende was jhr. Diedebik van Doeth, die bij Res. S. G. 14 Januari 1602 commissie ontving als kolonel van een regiment te Ostende (1). Op den extraordinaris staat van oorlog van 1602 komt zijn naam voor de eerste maal voor onder de kapiteins op Gelderland; zijn traktement als kolonel werd voor het eerst uitgetrokken op den staat van 1607. Als luitenant-kolonels bij het regiment van den kolonel van Doeth worden vóór 1609 genoemd: Akent van Bbienen, sneuvelt 29 Augustus 1602 te Ostende; jhr. Geobge de Lalaing, heer van La Mouillerie (Res. R. v. St. 10 November 1604.); Waleaven van Heeckeeen (Res. S. G. 10 Maart 1607, doch was reeds in 1604 luitenant-kolonel te Ostende) en Chkistiaan van Bebfelt (Res. S. G. 28 October 1608; in de Res. R. (1) Zie mede staat van oorlog van 1588. (2) Het traktement der hellebardiers werd by Bes. H. 20 December 1595 verhoogd van 10 tot 12, voor de korporaals van 14 tot 16 ter maand. Ingevolge Bes. H. 8 Mei 1597 had nogmaals voor elk hunner eene verhooging van 2 ter maand plaats. (3) Ees. S. G. 27 en 28 Mei 1588ad 2400 ter maand. Beeds den 12den Februari 1588 was de garde versterkt met manschappen, die 8 stuivers daags logies-geld ontvingen (Archief S. G. N°. 8337; Algemeen Eyksarchief (4) Zie o. a. Journael van Anthonis Duyck I 613. (5) Ees. H. 1 en 11 Mei 1595. Van de 20 hellebardiers betaalde Zeeland er 4. Hun traktement werd ingevolge Bes. H. 2 Januari 1601 voor de hellebardiers gebracht op 16, voor de korporaals op 20 ter maand. Op de staten van oorlog van 1597 en 1598 werd voor de compagnie garde, met de geappointeerdenuitgetrokken 3320 per maand. (6) Jhr. Frederick van Vervou. „Enige gedenlcweerdige geschiedenissen". (7) Ees. H. 3 Februari, Ees. en Secr. Ees. S. G. 13 Februari 1604. Komt voor op de staten van oorlog van 1607 en 1609 tegen 3800 per maandop den staat van 1608 volgens gehouden monstering voor 237 hoofden tegen 3644. By Ees. S.G. 1 en 16 Maart 1605 werden voor nieuwe kleeding 2500 toegestaan. Het logies-geld werd sinds 18 Mei 1606 volgender- wijze berekend: de kapitein 120, de luitenant 64—8, de vendrig 80—10 per jaarde capitaine des armes onderofficier belast met de wapenen der compagnie 20 schellingen (stuivers); de sergeant 13, de schrijver 12, de korporaal, fourier, chirurgijn, tamboeren pijper elk 10, de gemeene soldaten 7 schellingen per week. Gedurende afwezigheid der compagnie uit 's Gravenhage ontvingen de vrouwen half logies-geldde kranken en ge kwetsten, uit het leger terugkomende, 7 schellingen, behalve het onderhoud van 28 schel lingen ter weekde officierennaar evenredigheid (Archief S. G. N°. 8337Algemeen Eyks archief). Als voorbeeld van pensioen diene, dat aan Sebastiaen Monnick, korporaal der hellebardiers, oud meer dan 70, met ruim 33 dienstjaren, wegens ouderdom gegund werd een mortepaye van 18 ten 32 dagen (Ees. H. 2 Februari 1606).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1913 | | pagina 174