155 Segelijn de Boulandt gezegd Rolé was luitenant-kolonel (10) Paul de Grenu sergeant-majoor (11) bij het regiment van den kolonel van der Noot. Jacques de Buvry, die in de laatste maanden van 1604 als kolonel had deelgenomen aan de verdediging van Ostendekomt als sergeant-majoor der Zeeuwsche regimenten alleen voor op de staten van oorlog onder de traktementen op Zeeland. f. HET UTRECHTSCHE REGIMENT. Na het overlijden van graaf Adolf van Nieuwenaar en Meurs (5 October 1589) werd jhr. Arent van Groenevelt, heer van Neufville en Arondeau bij Res. S. G. 29 December 1590 benoemd tot kolonel van het Utrechtsclie of Stichtscheregiment (1). In 1599 opzijn verzoek van het bevel ontheven, bleef hij gouverneur of commandeur van Nijmegen, tevens kapitein van zijne compagnie (2). In 1605 ontving hij „in con sideratie van ouderdom, langdurige getrouwe diensten, kwetsuren ende „gevangenisse bij den vijand als andersints" pensioen ten bedrage van 100 ter maand met behoud zijner compagnie en vergunning tot het voeren van den titel „Alde overste"; ook mocht de compagnie zijn vaandel blijven voeren (3). Jhr. Johan van Huchtenbroek volgde hem op in het kolonelschap (4). Hij had van 1591 tot 1593 den lande als ritmeester gediend (5) en was vervolgens benoemd tot burgemeester van Utrecht; in 1599 verkoos (1) Res. H. 26 Februari 1587. De graaf van Solms, geboren 80 Juli 1568, huwde in 1594 Saw va dochter van La mor a ai, van Egmond hy overleed 23 Februari 1602. (2) Comm. R. v. St. 25 Maart 1589. (3) Ook die met den Raad van State (Res. S. G. 24 Juni 1589). (4) Res. S. G. 2 November 1596. De graaf van Solms kreeg vervolgens commissie van de Staten-Generaal als kolonel (zie Aanteekening N°. 22). (5) Journaal van Anthonis Duyck, II 163. (6) Overleden in 1603. Z(jne compagnie ging over op Adriaan de Bouillon (Res. R. v. St. 18 September 1603). (7) Geboren in 1547, overleden in 1612. Hy was sinds 1593 sergeant-majoor van hot Zeeuwsche regiment (staat van oorlog 1595, onder traktementen op Zeeland); in 1595 kolonol by het secours naar Frankrijk; in 1602 gouvorneur van Ostende; in 1607 schepen van het Vrije in Vlaanderen, in plaats van den tot hoog-baljuw benoemden kolonel Nicolaas van Meetkerken (Res. S. G. 15 December 1607); in 1612 generaal der artillerie in Brunswijkschen dienst. (8) Res. S. G. en Res. R. v. St. 19 Januari 1598. De kolonel Van der Noot ontving mede commissie van een compagnie op Zeeland (Res. R. St. 26 Maart 1598). Hij was een zoon van jhr. Karel van der Noot, heer van Risoires; word in 1604 gouverneur van Ostende en in 1605 van Sluis. (9) Adriaan Willem Symonsz komt als luitenant-kolonel het laatst voor in de rekeningen van 1598. De bezoldiging van Piron eindigde op 23 September 1603, die van Frederik van Dorp op 28 Juni 1612, die van Karel van der Noot op 6 September 1614 (Mededeeling van den Rijksarchivaris in Zeeland). (10) Blijkens Res. S. G. 10 December 1616, toon Rolé was overleden. (11) Res. R. v. St. 15 Januari 1604.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1913 | | pagina 179