161 den generaal Vere en zijn broeder te ontstemmen: eerst in 1605 nadat de generaal Yere het verlangen had te kennen gegeven om 's lands dienst te verlaten werd overgegaan tot oprichting van een derde regiment (3). Sir John Ogle, luitenant-kolonel bij het regiment van sir Francis Vere, in 1603 belast met het bevel over de compagnieën Engelschen te Ostende (4), werd in 1605 kolonel van het nieuwe regiment, welke betrekking hij tot 1622 bleef bekleeden, met Charles Morgan als luite nant-kolonel, Thomas Panton als sergeant-majoor. I. REGIMENTEN SCHOTTEN. Bij den aanvang van het tijdperk 15871609 stonden de compagnieën Schotten in dienst van den lande onder den kolonel Bartholomew Balfour. In 1604 had de samenstelling plaats van een tweede regi ment onder sir Walter Scott of Buccleuch. De gezant des konings verbleef sinds Februari 1595 gestadig hier te lande en onderhield als „conservateur van de Schotse natie vrijheid" nauwe gemeenschap tus- schen de Schotten en hun vaderland (1). Jacobus VIzoon van koningin Maria Stuart en Henry Darnley, regeerde sinds 1567 als koning over Schotlandna overlijden van koningin Elisabeth in 1603 viel hem mede de kroon van Engeland toe en voerde hij tot 1625 als Jacobus I het bewind over Engeland en Schotland, d. i. Groot-Brittannië. Niette min bleven de regimenten Engelschen en Schotten in Staatschen dienst steeds van elkander afgescheiden.' (1) Journaal van Anthonis Duyck, I 525. EERSTE REGIMENT SCHOTTEN. Gelijk in Hoofdstuk III is medegedeeld voerde Bartholomew Balfour als kolonel het bevel over de compagnieën Schottenwelke toen nog geen georganiseerd korps vormden. Koning Jacobus benoemde hem in 1592 tot kolonel en kapitein-en-chef van alle compagnieën Schotten te paard en te voet. De Staten-Generaal konden zich hiermede slechts ten deele vereenigen en gaven aan den kolonel Balfour te kennen, dat hij zich alhier aan de hem door den Raad van State verstrekte commissie 11 (1) Zie bladzijde 67. (2) Res. S. G. 20 October 1603. (3) Lord Gkey werd in 1602 benoemd tot ritmeester van vaan N°. 39Thomas Knollis kreeg eene compagnie te voet van 200 man (Res. S. G. 25 Januari 1605), maar verkoos in keizerlijken dienst over te gaan (Res. S. G. 27 Juni en 12 Juli 1605). (4) Res. S. G. 19 April 1603.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1913 | | pagina 185