164 m. REGIMENTEN FRANSCHEN. De Staten-Generaal belastten Prins Maueits in 1599 om met Odet de la Noue, heer van Teligny, in onderhandeling te treden tot in dienstneming van 2000 Franschen, ingedeeld in een regiment van 13 compagnieën, de compagnie-colonelle ter sterkte van 200de overige van 150 hoofden (1); laatstgenoemde werd op 7 Januari 1599 aangesteld tot kolonel van bedoeld regiment (2)met Guillaume de Hallot heer van Dommarville gouverneur van graaf Hendbik Feedeeik van Nassau als luitenant kolonel (3). Odet de la Noue werd in 1600 gevangen genomen door den vijand, zoodat hij het bevel niet kon aanvaarden en men zich genoodzaakt zag hem den 3den Januari 1601 uit s lands dienst te ontslaan. Zijn opvolgerHeney de Coligny heer van Chatillon-sur- Loing, sneuvelde op achttienjarigen leeftijd bij de verdediging van Ostende. De Staten-Generaal wenschten het bevel over het regiment aan zijn broeder Gaspabd te geven; aangezien deze vooieerst in Frankrijk bleef, terwijl het aantal compagnieën tot een-en-twintig van 150 hoofden was aangegroeid (4), besloten zij in April 1602 tot split sing in twee regimentenmet Leonidas de Bethune en Guillaume de Hallot als kolonels (5). Deze regimenten worden door ons als eerste en tweede regiment onderscheiden. De sterkte der compagnieën en hun aantal wisselden voortdurend af. In 1605 werden de compagnieën, behalve die der hoofdofficieren, van 113 op 120 hoofden gebracht (6), de regimenten op een gelijk aantal compagnieën (7). In 1609 telden zij te samen 38 compagnieën2 van 200, 1 van 150, 2 van 125, 33 van 100 hoofden (8). Voorts maakten twee ruitervanen Franschen deel uit van het Staatsche leger (9). (1) Secr. Bes. S. G. 2 Januari 1599. Het beweren van sommige schrijvers, o. a. Boe in zijn 36steBoek, alsof het regiment 4000 man zou tellen, berust op een misverstand. Nog in hetzelfde jaar werden de compagnieën gereduceerd tot 113 hoofden (Bes. 29 September 1599). Eerst in 1609 telden de twee regimenten te samen ruim 4000 man. (2) Bes. S. G. 7 Januari 1599. Op voorstel van Prins Maukits, graaf Willem Lodewijk en den Baad van State (Bes. S. G. 30 November 1598). De twee eerste compagnieën kwamen in Maart in Zeeland aan (Bes. B. v. St. 29 Maart 1599). De verzamelplaats van het regiment was Arnhem (Bes. S. G. 6 April 1599). De Bes. S. G. 14 Juni 1600 spreekt van de ruiters van La Noue, zonder dat elders hiervan gewag wordt gemaakt. (3) Bes. S, G. 11 Maart 1599. Hij bleef mede luitenant-kolonel onder kolonel Henry de Coligny (Bes. E. v. St. 23 Mei 1601). (4) Secr. Bes. S. G. 11 Maart 1602 e. a. (5) Bes. S. G. 25 April 1602. (6) Bes. S. G. 12 en 14 Januari 1605. (7) Bes. S. G. 24 Februari, 17 Maart, 13 Juni, 29 November en 27 December 1605. (8) Bes. S. G. 22 Juni 1609. (9) Vanen N°. 45 en 46.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1913 | | pagina 188