168
p. COMPAGNIEËN ZWITSERS.
De regimenten Zwitsers van de oversten Claes Hatstaet en Veyt
Schoneb behoorden tot een der vier legers, waarmede Prins Willem van
Oeanje in 1668 de Nederlanden van de Spaansche overheersching trachtte
te bevrijden (1). Pas dertig jaren later kwamen compagnieën Zwitsers
in Staatschen dienst. De Staten-Generaal besloten in het laatst van 1598
vier compagnieën in Frankrijk afgedankte Zwitsers samen te stel
len (2), waartoe zij capitulaties aangingen met de kapiteins Guillaume
du Puy (3), Hans Keieg van Bellikon, Hans Meyeb van Zurich en
Hans van Saxen van Unterwalden (4). Elke compagnie was samenge
steld uit:
1 kapitein
1 luitenant
1 vaandrig
2 sergeanten (een a 40een a 30)
3 korporaals a 20
2 tromslagers a 16
2 pijpers a 16
1 provoost
1 fourier
1 chirurgijn
116 musketiers met hunne stormhoeden, bandeliers en furket
tena 12
116 spiessen met corseletten en volle wapenen, tot £12; boven
dien voor traktements-verhooging van de 16 kloekste
soldatengeappointeerd tot landpassaten en adelborsten
elk 4
3 jongens (voor den kapitein, luitenant en vaandrig) a 8
260 hoofden
200
60
50
70
60
32
32
16
16
16
1392
1452
24
te samen 3420
ten 42 dagen.
De door den staat verschafte wapenen werden, als gebruikelijk, op de
traktementen gekort (5). De compagnieën Zwitsers verzamelden te Dor
drecht (6) onder bevel van Hans Kbieg (7); Chbistiaan Jhon werd aan
gesteld tot sergeant-majoor, tevens „gerechtschultis" (8); zij verschenen
voor het eerst op den staat van oorlog van 1599 ter repartitie van
Holland, elke compagnie ter sterkte van 150 hoofden (9). Prins
Maueits kon nog 3 compagnieën Zwitsers doen lichten (10); pas een
(6) Zie Bijlage III onder Ostende.
(7) Als sergeant-majoor o. a. genoemd in Res. S. G. 19 October 1600.
(8) Bes. E. v. St. 22 November 1601. Adam va» Leest komt voor op de extra-ordinaris
staten van oorlog van 1601 en 1602 onder de traktementen op Zeeland.
(9) Bes. E. v. st. 31 Juli 1603.