170 7 a 800 in Frankrijk afgedankte Zwitsers in dienst te krijgen (28). Hans Frans Tillier van Bern bracht op eigen kosten 320 hunner naar Calais en scheepte ze in naar de Republiek; door tegenwind ge noodzaakt weder binnen te loopenverliepen zij wegens gebrekkig onderhoud (29)Tillier kreeg van de Staten-G-eneraal slechts 100 vergoeding (30). Voorts waren onderhandelingen geopend met Thomas Wichsleij (31) en verleende men op voorspraak van den Franschen ge zant aan Hendrik Dutaller als „Thoetaller" voorkomende op de staten van oorlog van 1607, 1608 en 1609 commissie als kapitein eener compagnie Zwitsers (32). In 1609 stonden nog slechts drie compagnieën Zwitsers in Staatschen dienst: kapitein Walsdorffer, gerepartieerd op Friesland, de kapiteins Eysenkramer en Dutaller op Holland (33). Aangaande de eerste compagnieën Zwitsers in Staatschen dienst zijn meerdere bijzonderheden vermeld, omdat later, voornamelijk in de XVIIIe eeuw, steeds regimenten Zwitsers in de Republiek voorkomen. (1) Rechthebbenden op do nalatenschappen van 11 at sta kt en Schoner maakten nog in 1615 aanspraak op beweerde achterstandenten bedragevoor den overste Hatstaet van 15000 florijnen, vermeerderd met een jaarlijkscherente van 1250 florijnendoor hem vermaakt aan de gasthuizen te Basel; voor Schoner van 151.826 florijnen (de florijn van 15batzen). De Staten-Generaal verklaarden dat zij „in de voorsz. schuit in egeender manieren noch int „minste en zijn gehouden" (Res. S. G. 2 en 15 Augustus 1615, 27 Juni 1616, waarbij sprako is van Vit Schouwers). Hetzelfde herhaalde zich in latere jaren (Res. S. G. 27 Juni 1616, Res. H. 21 December 1619 en 14 September 1620). (2) Res. S. G. 14 en 15 December 1598. Elke compagnie zou 1100 ontvangen voor een halve maand soldij, uit te betalen hoofd voor hoofd, voor een vaandel en voor de kleeding van de tamboers en pijpers. (3) Res. R. v. St. 17 December 1598 en Comm. R. v. St. 15 December 1598. (4) Comm. R. v. St. 23 Februari 1599. De capitulaties met Hans Meijer van Zurich en Hans van Saxen, dd. 25 Februari 1599, zijn aanwezig in het Archief van Holland N°. 2604 (Algemeen Rijksarchief). (5) Alvorens de capitulatie te sluiten beproefde de kapitein du Puy eenigen onderstand te ontvangen voor kleeding, onder de volgende bewoordingen. „Maar overmits de soldaten „soberlich van clederen tegenwoordel. gestelt ende voorsien sijn als die deselve clederen op „hunne reyse opt schip ende elders int stroy seer versieeten hebben ende den couden winter „hun nu overvalt, zoo bidden zij supplianten dat Uwer Ed. Mog. goed geliefde zij den voorn, „termijn van betalinge van de wapenen wat te prolongeren ende de gemenen soldaten op „denzelven tijdt te accorderen een wamboys ende hozen van gelijcken laken ende stoffe als „die tromslagers ende pijpers van Uwer Ed. ontfangen hebben, om alsoo beter hun metten „soldye in dese groote dyerte te mogen onderhouden ende des te bequamer tallen tijden tot „Uwer Ed. Mog. dienste te wesen". (6) Res. S. G. 4 April 1599. (7) Blijkens Res. S. G. 17 Januari 1601. (8) Res. R. v. St. 18 April en Comm. R. v. St. 14 April 1599, op een traktement van 58 ten 32 dagen. De naam van Christiaan Jhon wordt in sommige resolution ook Hon en John gespeld. (9) In verband met Res. S. G. 25 September 1599. (10) Seer. Res. S. G. 2 Januari 1599; elk soldaat, die uit Zwitserland te Dieppe aankwam, zou 12 ontvangen. (11) Res. S. G. 29 Mei, 2, 5, 9, 10 en 12 Juni en Res. R. v. St. 12 Juni 1600. (12) Res. S. G. 29 Mei, 2, 5, 9, 12 Juni 1600 e. v.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1913 | | pagina 194