184 8 edellieden2 wagens; 20 conducteurs 3 harnacqueurs 1 kuiper 1 schanskorfmaker 1 batterij meester1 wagen; 2 radenmakers1 1 smid1 1 kapitein van de trekpaarden2 wagens; 20 conducteurs van de trekpaarden (bereden) 1 meester-timmerman1 wagen; 14 timmergezellen 1 meester-konstabel1 30 kanonniers 1 brugmeester (1)1 1 luitenant-brugmeester 90 pontgasten 5 scheepskapiteins5 wagens; 300 matrozen 3 kapiteins van de pioniers3 300 pioniers. 1 meester-vuurwerker1 wagen; 2 conducteurs van de vuurwerkers 1 petardier1 n chirurgijns2 wagens; provoost en dienaars1 wagen; wagens in voorraad40 wagens. Totaal 390 wagens. Behalve bovenvermelde wagens waren nog andere ingedeeld bij de infanterie, volgende achter elk regiment, geladen met buskruit, mus ketkogels en lont (2). De Nederlanders waren meester op zee en op de stroomen, konden troepen en materiaal zoowel te water als over land vervoeren; doch bij den vijand geschiedde het vervoer der treinen uitsluitend over land, hoogstens over enkele gedeelten van de boven-rivieren. 't Behoeft geen toelichtinghoezeer de marschcolonne door de treinen verlengd werd ten koste der snelheid van beweging: reden te meer tot bewondering van het krijgsvernuft van Prins Maukits, die zooals Hoofdstuk I meermalen vermeldt zijn leger in een minimum tijds over groote afstanden wist te verplaatsen (3). n n (1) Zie Aanteekening N°. 81. (2) Op één wagen werden geladen 4 ton buskruit, elke wegende 170 ffi2 jon kogels elke wegende 130 8 en 1 of 2 bossen lont elke van 50 8. (3) Zie Aanteekening N°. 82

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1913 | | pagina 208