187 der 11 steden: Leeuwarden, Bolsward, Franeker, Sneek, Dokkum, Har- lingen, Staveren, Sloten, Workum, den Ylst en Hindeloopen (1). Overijssel. De ridderschap van de drostambten Salland, Twente en Vollenhoven, zijnde bezitters van havezaten, en de vertegenwoordigers der hoofdsteden Deventer, Kampen en Zwolle. Groningen en Ommelanden. Burgemeesters en raden der stad Gro ningen met hare heerlijkheden of de stadstafel, en de jonkeren, hove lingen (bezitters van hoven of hoeven), eigengeërfden en volmachten der drie kwartieren van de Ommelanden tusschen Eems en Lauwer, HunsingooFivelgoo en het Westerkwartier. Drente. De ridderschap, bestaande uit edelen, bezitters van een huis of havezate, zoomede de eigengeërfden uit de 6 dingspillen: Zuideveld, Beiler-dingspilRolder-dingspilNoordeveltDieverder-dingspil en Oos- terboer. Drente was, kort na de Unie onderteekend te hebbendoor de Spaansche wapenen overmeesterd, alzoo buiten de Unie geraakt en uitgesloten van het voorrecht om zitting te nemen in de vergaderingen der Staten- Generaal. Herhaalde verzoeken in latere jaren om toelating bleven vruch teloos, meest waarschijnlijk omdat Holland de land-provinciën niet door de stem van Drente wilde versterken. Ook Staats-Brabant drong te vergeefs aan op toelating in de Staten- Generaal (2): zich beroepende op zijn vroegere lidmaatschap en onder- teekening der Unie; dit laatste was onjuist. Alleen Breda had den 15den Juni 1579 de Unie onderteekendwas echter gewelddadig van het verbond afgerukt en kon, evenals Drente, „jure postliminii" opneming vorderen. Men weigerde volstandig, aangezien de provincie Spaansch was geworden, behalve enkele gedeelten, welke echter niet bij machte waren, hun aandeel in de algemeene lasten te dragen. Om gelijke redenen ontvingen de overige Generaliteits-landen Staats- Ylaanderen, de landen van Overmaze (Valkenburg, Daalhem en 's-Her- togenrade)Staats-Opper-Gelder (Venlo met onderhoorigheden)zoomede Wedde en Westwollingerland geen zelfstandig gewestelijk bestuur. Zij waren allen door de wapenen veroverd en stonden onder het beheer van de Staten-Generaal. Wanneer de Staten der zeven souvereine gewesten niet bijeen waren, dan vertegenwoordigden Gedeputeerden het gewestden naam dragende in Gelderland, van het Hoftevens rechtsprekend lichaam in Holland en Zeeland van Gecommitteerde Raden, in de overige provinciën van Gedeputeerde Staten. (1) De 11 steden en de 30 grietenijen gaven aanleiding tot de spreekwijze „op z'n elf-en- dertigste", voor „treuzelachtig". (2) O. a. in de jaren 1608, 1618 en 1651.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1913 | | pagina 211