194 „Warrants and letters relating to military affairs in the Low Countries „1585—1668 (Privy Council)". AANTEEKENING N°. 5 (bladz. 15). De 76 deelnemers, die zich in het schip verborgen hadden gehouden, ontvingen eene belooning van 3000, d. i. iets meer dan 3 maanden soldij, bovendien elk een gouden medaille, met opschrift „inviciti animi „praemium" (belooning voor onverwinnelijke zielen). Charles de Herau- gière werd benoemd tot gouverneur, Lambert Charles tot sergeant majoor van Breda, later tot gouverneur van Nijmegen. Eerstgenoemde liet een schip maken „van silver verguit ter memorie van de entreprise „tot Breda". Na overlijden van de Heraugière moest zijn zoon Maurits ten behoeve der weduweMaria var Groenevelt het schip te Heusden beleenen; in 1611 werd het voor 626-5 gelost door de Staten-Gene- raal, die er de beschikking over behielden (Res. H. 7 September; Res. S. G. 23 September 1611). Zij gaven in 1621 het schip terug aan Maurits „in consideratie vande groote ende notable diensten" van zijn vader, onder belofte het nimmer te verkoopen of te beleenen zonder hunne toestemming (Res. S. G. 29 en 31 December 1621). De hem nog voor drie jaren toekomende lijfrente van 150 werd toegewezen uit de inbeslag genomen goederen van Johan van Oldenbarnevelt (Res. S. G. 16 en 17 December 1621). Ook de schipper en zijne maats ontvingen belooningen (Res. S. G. 17, 18, 20 en 24 Maart 1590). Het schip liet men zinken in de grachten van het kasteel „tot eene eeuwige memorie" (Res. S. G. 4 November 1590). De Staten-Generaal en de Staten van Holland gaven in latere jaren nog vele blijken van erkentelijkheid. Blijkens Res. H. 13 Maart 1610 ontving Willem van Bergen „gewesen scheepscapiteyn ende entrepeneur „van den aenslagh op Breda" voortaan 20 ter maand boven „hetgene „hij onder eenige compagnie van den kapitein zal weten te bedingen; blijkens Res. S. G. 11 November 1610 waarin Willem van Bergen genoemd wordt als gewezen kapitein van een schip van oorlog onder de admiraliteit van Rotterdam zou voor gemelde betaling gezorgd worden bij Res. S. G. 6 Januari 1611 werden de 20 toelage verhoogd tot £32 ter maand. Op de staten van oorlog van latere jaren, o. a. die van 1614, komt Willem van Bergen, schipper van Breda, voor met 150 onder de pensioenen op Holland; hij overleed in 1624. (Vergelijk Th. M. Roest van Limburg „Het kasteel van Breda".) Jacques de Corti „geweest zijnde in het schip van Breda", in 1617 oudste sergeant der compagnie van wijlen den kapitein Robert de Billy en over de 70 jaren tellendemocht zich verheugen in eene aanstelling tot lui tenant bij die compagnie, in plaats van Nicolas de Pourrire (Res. H. 31 Juli 1617).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1913 | | pagina 218