198
„trecken" nam. naar Zweden (Res. H. 17 Juli, Res. S. G. 10 Augus
tus, 5, 8 en 16 October 1607). In 1608 werden aanzienlijke wervingen
vooral van Schotten en Pranschen, toegestaan, zoomede de uitvoer
van 600 ruiterharnassen met toebehooren600 musketten en 500 paren
pistolen (Res. S. G. 30 Mei 1608). De Schotten werden tot een regi
ment verzameld, onder kolonel Peter Stuart (Res. S. G. 8 Maart en
14 Mei 1608); de Pranschen, ten getale van 1000 man, onder welke
veel Zwitsers en Walen, van Calais herwaarts overgebracht (Res. S. G.
25 en 31 October 1609).
Het Rijksarchief te Stockholm bevat o. a. het navolgende (ontleend aan
het „Verslag van een onderzoek in Zweden, Noorwegen en Denemarken
„naar Archivalia, belangrijk voor de Geschiedenis van Nederland door
„dr. G. W. Kernkamp, 1903")
Copia copiae: „Ik, Theophilus Homodei, ambassadeur vanwege de
Kon. M'. van Zweden„bekenne myd desen schuldigh tho sein Brun die
„Feyter, wonende in Den Hage, in Hollandt, die so mme van 4000
„Carolus gulden, tott 20 stuvers 't stuck, ter cause van angetelte und
„mig geleenden penningen"; beloof die binnen 6 weken na dato terug
te geven, met kosten en rente, berekend tegen 12 pet. in 't jaar; zoo
ik niet betaal, verbindt „Wilhelm du Blois, diet Treslong" zich voor
mij te betalen. 23 Mei 1592. Zonder naam van plaats.
Copia copiae van een schuldbekentenis van Theophile Homodei aan
„Johan Boverts (1), burgeren tho Dordrecht", voor een bedrag van
2000 Carolus guldens, terug te betalen na 1 maand, met rente, tegen
12 pet. in 't jaar. Ook nu „Wilhelm du Blois, diet Treslong", als
borg. „4 Juni 1592, ihn Den Hage".
Copie eener belofte van Homodei dat hij binnen 2 maanden hier in
Den Haag terug zal komen, wanneer hij aan Brun de Peytere niet de
6000 guldens (de schuldbekentenis van 23 Mei 1592 loopt slechts over
4000 gld.er moet dus nog een andere geweest zijn), die hij van hem
heeft opgenomen, met de rente zal terugbetalen, „und ditt alles in
„conformiteit van 't gene datt die verg. herr von Bloys my vorgunt hefft
und „hefft doen andiene durch den ersamen Herman van Rodenburch".
Haag, 7 Dec. 1592.
„Proiect van der conditiën, geproponeert by Willem van Bloys, ge-
„seyt Treslong, heere van den Audenhooren, Pitgam etc. undt den
„Capiteinen, hieronder gementioncertumb volgende deselve sich te
„begeeve in dienste van den Doorl. Coninck van Sweden undt van Sein
"Hoocheyt Hertoch Carolus" (copia copiae, translaat). De volgende
punten worden daarin vastgesteld:
„1". Zij begeeren „getracteert und betaelt te werden volgende die
„ordonnantie van de Geünieerde Provinciën, te weeten voor een compaignie
(1) Jan Gerritsz. wordt hy genoemd by Boe t. a. p,