Copie van „Lijste van seeckere cappiteynen, bevelhebbers ende sol- „daeten, by my in 't secreet aengenomen om met my personeelicken „naer Sweden te treken, sedert 27 Julij". (Zonder opgave van jaar en plaats.) Brief van Willem van Blots, genaamd Treslong, aan Hertog Kabel d.d. 'sGravenhage, 28 Maart 1594: Homodei is weggereisd zonder het geld te betalen, waarvoor hij, Treslong, borg is gebleven, en zonder hem zijne maandelijksche soldij uit te betalen; hij verzoekt bevrijd te worden van de borgstellingvergoeding voor de bewezen dienstenenz. Yerder vindt men in dezen bundel nog allerlei stukken meerendeels copieën, op deze financieele quaestie betrekking hebbende: een indaging van Willem van Blots door Brune de Fettere voor het gerecht, om te betalen; een rekening, die Treslong aan Homodei indient enz. Nog in 1625 schrijft Casparus a Blots, dictus Treslong (dd. Haag, April 1625), om aan te dringen op betaling van de schuld, door Homodei tegenover zijn vader Willem van Treslong aangegaan. AANTEEKENING N°. 12 (bladz. 21). Aanvankelijk bestond het voornemen om in 1592 in Duitschland een regiment van 1500 man voor 4 maanden te lichten (Brief van Prins Maurits, d.d. 18 November 1591, aan graaf Johan van Nassau den Ouden, Huis-Archief der Koningin). Blijkens Res. S. G. 8 April 1592 volgden vele aanbiedingen: door kolonel Thomas Morgan, om in het land te brengen een regiment Schot ten; door Joost van Mandersloo, Johan van Efferen, heer van Stolberg, en Franqois de Bruges, elk een regiment; Thomas Morgan, Bruges, Charles de Heraugière Stolberg en anderen, eenige vanen uitheemsche ruiters. Alleen Johan Suharte de Ponseoa oud-ritmeester in Staatschen dienst kreeg vergunning om uitheemsche ruiters in het land te brengen. Met den heer van Stolberg duurde de onderhandeling voorthij zou op 1 Augustus een regiment van 10 compagnieën, elke van 200 man, voor 3 maan den, desnoods langer, in dienst brengen (Res. S. G. 20—29 Mei). Het regiment, samengesteld uit onderdanen van Gulik en Kleef, marcheerde van Essen naar 's Heerenbergwaar het gemonsterd werdvaandels en wapenen ontving en in den eed genomen werd (Res. S. G. 23 Juni, 21, 27 en 28 Juli, 3, 5 en 24 Augustus). Het regiment bleek al da delijk zeer onvoltallig te zijn; het getal ontbrekenden gaf voortdurend aanleiding tot ongenoegen, zoodat men besloot, toen het regiment zich reeds met Prins Maurits te velde -bevondgeen andere soldaten te be talen dan die vóór 25 September bij hun vaandels present waren (Res. S. G. 17 September); elke soldaat ontving 24 stuivers per week (Res. S. G. 2 November). Ten slotte werden de kolonel en twee kapiteins wegens ongehoorzaamheid aan Prins Maurits en het weigeren van 200

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1913 | | pagina 224