207 overbodigterwijl ook dooi intradzoodat Prins Maurits op 23 Januari uit Goiinchem naar den Haag terugkeerde. De onderhandelingen met de gemutineerden stuitten steeds af op gebrek aan penningenzoodat zij zonder vriend of vijand te dienen, teerden op het platteland en overal contributiën vorderden. Van de Staten-Generaal ontvingen zij vergunning om desgewenscht over hun gebied naar Italië te trekken, waarbij de gouverneur van Breda hun de behulpzame hand zou bieden (Res. en Seer. Res. S. G. 30 October 1595). AANTEEKENING N°. 20 (bladz. 35). (13 Juli 1595) „Op dese monstering viel veel opspraeck ende waeren „meest alle de capiteynen daervan seer qualyken te vreden, claegende „dat heur veel absenten geroyeert werden, die evenwel in actuelen dienst „waeren, maer om sieckte ofte andere nootelycheyden absent, gevende „genouch te verstaen in gevalle men op dese monsteringe de rollen wilde „sluyten, dat sy veel soldaeten souden moeten casseren, omdat sy ten „quaetsten gaende niet van meyninge en waeren yet te verliesen, waer- „door men genough const bemercken dat (boven den tyt die men hier- „mede verloor) off de monsteringe soude vruchteloos moeten blijven, oft ,,'tleger soude terstont een duysent mannen ofte anderhalf! geswackt „werdenom de geenen die gecasseert souden werden" (1). (24 Juli 1595) „De monsteringe van Zelem den 13en deser geschiet, „omdat se heel precis genomen was, hadde wel over de 1000 mannen „doen casseren, die tsedert noch bij de compagnien soude gecommen „hebben (omdat de capiteynen niet en willen verliesenmaer soe men heur „niet genouch coppen en passeert om te mogen leven naer heur sin, als „in desen scheen te sullen geschieden, soe casseren se soe veel persoo- „nen, dat se heur getal van coppen tot heur onderhout houden) ende „nu oick wel te staede souden gecommen hebben, indien se bij den hoop „waeren gecommen ende gebleven geweestsoe dat men met recht wel „mag seggen, dat dselve monsteringe tlant een groote schaede gedaen „heeft, soe om tverliesen van tvolck als vooren, als om tverliesen van „den tyt(2). (9 Augustus 1595). „De Raeden van Staeten waeren vast doende om „rollen vande monsteringe te Zelem gedaen voor de ruyteren ende knechten „te sluyten, daerinne sy soe liberalijck handelden, dat men se alles seer „veel hooger sloot als se aldaer starck waeren bevonden, ende werde „tSchotsche regement al over de 1520 goet gedaen ende anderen al „advenant, scheelende veel van tgeene hierboven daeraff aangeteyckent (1) Journael van Anthonis Duyck I, 611. (2) Journael van Anthonis Duyck I, 619.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1913 | | pagina 231