213
Behalve voor de soldij zorgde de Staat ook voor de huisvesting. Om
trent dezen tijd golden nog de bepalingen van G-. P. B. II, 145 en 447
en Res. S. G. 1 Augustus 1595.
AANTEEKENING N°. 29 (bladz. 45).
Door „tyrocinum" verstond men bij de oude Romeinen het einde van
de recruten-opleiding.
Graaf Hendrik Prederik bleef tot de overgave van Grol bij het leger.
In December 1597 vertrok hij met zijne moeder Louise de Coligny naar
Frankrijk (Res. S. G. 18 December) tot bijwoning van het huwelijk
zijner halfzuster Charlotte Brabantina met Claudius hertog van Tre-
mouïlle. Hendrik Frederik werd vergezeld door zijn militairen gouver
neur Guillaume de Hallot, heer van Dommarville, sinds 1602 chef
van een regiment in Staten-dienst.
In de verwachting dat Dommarville in Frankrijk bij den koning de
belangen van de Republiek zoude behartigenwerd hij begiftigd met een
gouden keten ter waarde van ongeveer 800, waaraan een gouden
medaille, met de afbeelding van het ontzet van Leiden (Res. R. v. St.
17 December 1597).
AANTEEKENING N°. 30 (bladz. 45).
Walpurgisgravin van Meurs en Limburg, vrouwe tot Betburch en
Weert, was eerst gehuwd met Filips van Montmorency, graaf van
Hoorn, welke op Alva's last werd onthalsd. Zij hertrouwde met graaf
Adolf van Nieuwenaar, die door dit huwelijk graaf werd van Meurs;
hij overleed in 1589 binnen Rijnberk, als stadhouder van Gelderland,
Overijssel en Utrecht.
Gravin Walpurgis had de grootste moeite om hare inkomsten te
krijgen, vooral toen Meurs door de Spanjaarden bezet was. Herhaal
delijk kwamen Staatsche ruiters de contributiën ten behoeve der gravin
ophalen (zie o. a. Journael van Anthonis Duyck II, 53, 57, 270). Op
20 November 1594 vermaakte Walpurgis het graafschap Meurs aan
Prins Maurits na herovering daarvan in 1597 ontving zij het als neutraal
gebied terug (Res. S. G. 18 Juni 1598). Zij wist mede van aartshertog
Albertus van Oostenrijk eene neutraliteits-verklaring te verwerven,
zoodat Francisco de Mendoza bij zijn tocht in het najaar van 1598 haar
graafschap van bezetting verschoonde.
Walpurgis overleed op 25 Mei 1600. Behalve Meurs, kwamen hare
overige bezittingen aan graaf George E verhard van Solms en aan graaf
Adolf van Bentheim. Maar nog alvorens Prins Maurits Meurs in bezit
kon nemen, had hertog Johan Willem van Cleve de stad en het kasteel
bezet, waarop hij mede aanspraak maakte. Den 22en November 1600 ver-