217 wezig te zijn; bij de overige compagnieën van andere sterkte ook bij de cavalerie naar evenredigheidhet mindere getal strekte tot trakte- ments-verbetering der officieren en soldaten (Bes. H. 13—21 October 1598). AANTEEKENING N°. 36 (bladz. 50). Gouverneur werd Inigo de Otaolia. Op 11 November gaf jhr. Die- derik van Dorth het huis Schuilenburg over, met een witte roede in de hand, achterlatende vaandel en wapenen. Prins Maurits had deze vernedering sinds 1591 meermalen toegepastwanneer een zwakke bezet ting tijdverlies aan den vijand berokkende en eerst tot overgave besloot als men geschut vertoonde. Diederik van Dorth verdiende in het onderhavige geval zulk een behandeling geenszins; de Statën-Generaal verklaarden dan ook, dat hij en zijne soldaten zich „vromelijck ende wel gequeten hebben" (Ees. S. G. 29 December 1598). De kardinaal Albertus stond Deutichem af aan graaf Frederik van den Berg, in wiens bezit het bleef tot 25 Augustus 1599, toen het weer onder het gezag der Staten- Generaal kwam. AANTEEKENING N°. 37 (bladz. 51). 4 Februari 1599. „Placaet op 't stuck van de Monsteringe, tot voor- „kominge van alle fraudes in 't compleet houden van „de compagnieën" (G. P. B. II, 222). 31 Maart 1599. „Instructie voor den Meester-Generaal van de Artillery „of Gheschut" (ibid. II 326). „Instructie voor den contrerolleur van 't geschut" (ibid II, 330). „Instructie voor de gemeene officiers van den train „van de Artillerye (Edelluyden, conducteurs, consta- „bels ende Mandemaecker ende EyswerckersHarnac- „queurs, Lijndraijers ende GareelmaeckersBootsge zellen van 't Geschut, Arbeyders ende Slechters van „wegen, provoost, chirurgyn)" (ibid. II, 334). „Instructie voor den contrerolleur van de wercken, „Meesters-Ingenieurs, commisen ende conducteurs van „d'Approchen" (ibid. II, 343);meteene „Ampliatie" in „Eecueil betreffende de saecken van den oorlog te „water en te lande". (I Num. 27 dd. 31 Maart 1600). „Instructie voor de commisen van de Artillerye, ende „Munitiën van oorloge in 't Leger" (ibid. II, 350). „Instructie ende ordre voor de Meesters van de Vuyr- „wercken" (ibid. II, 351). „Instructie voor den Brugh-meestermet synen con- „trerolleur" (ibid. II, 354).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1913 | | pagina 241