219 „goignien, LotheringenBraband, Limburch, Lutsenburch en Gelre, „Graven van Habsburch, Vlaenderen, Arthoys, Tyrol, Bourgoignien „Palatijn van Henegouwen, Holland, Zeiand, Namur, Zutphen, Mark- „graven des Heilige RyxHeeren van Vriesland, Salins en Mechelen, van „der stad, steden en Landen van Utrecht, Over-Yssel en Groeningen AANTEEKENING N°. 39 (bladz. 53). Bij Secr. Ees. S. G. 20 November 1599 was besloten tot een krijgs tocht om de onwillige en wederspannige dorpen van Brabant aan deze en gene zijde van den Demer tot betaling hunner contributiën te nood zaken. Het bevel werd opgedragen aan den ritmeester Paul Bacx, commandeur binnen Bergen-op-Zoomals generaal over al het volk te paard en te voet. De troepen bestonden uit 12 compagnieën ruiters (9 uit de garnizoenen van Brabant, 3 uit het leger van Prins Maurits), verdeeld in kolonelschappen, zooals de Prins gewoon is te doen; 500 Engelschen uit Zeeland, onder den sergeant-majoor van het regi ment of anders den kapitein Jaxley; 200 man uit Heusden en Hemert, 300 uit Breda, onder den kapitein Lambert Charles, sergeant-majoor van Breda; 200 man uit Woudrichem en Loevestein, 100 uit Geertruidenberg200 uit Willemstad, Clundert en het Noorderkwartier, onder jhr.Karel van WlJNGAERDEN 300 man uit Tholen en 200 uit Bergen-op-Zoom onder Frederik van Dorp; de kleine brug met toebehooren, eenige wagens met munitie en 2 veldstukken. Voorts bepaalde de Secr. Res. S. G. 22 November 1599: de dorpen aan gene zijde der Demer, die zich tegen deze landen in de wapenen hebben gesteld en zich dus rebel getoond, zullen behandeld worden met alle soorten van vijandschap, als brand, roof, dooden van den veestapel, vangen en doodslaan van personen, naar gelegenheid van zaken. Het zelfde zal geschieden met de dorpen aan deze zijde van de Demer, die zich in de wapenen zullen stellen en rebel toonen. Het voetvolk zal gesteld worden onder den kolonel Karel van der Noot. Mocht Paul Bacx door ongesteldheid uitvallendan moesten de gezamenlijke ritmeesters en kapiteins met gemeene bewilliging een ander als genferaal kiezen. Alleen Gelderland maakte bezwaar tegen deze soort van hostiliteit. AANTEEKENING N°. 40 (bladz. 55). De belegeraars van St. An dries bleven voor een groot deel aan boord der schepen. Het beleg kenmerkte zich door veel graafwerk. Op 12 April

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1913 | | pagina 243