226 Gewonden en zieken werden naar Zeeland en Holland gezonden en al daar meestal in de gasthuizen verpleegd. Kenschetsend luidt in Bes. H. 27 November 1601 de zinsnede, dat om niet geheel naeckt in't „guarnisoen te komen, bij de steden daer sulcx voorvallen sal, de sol daten ten minsten koste eenige nodelijcke habyten, als van wamboyse, „broeck, neerhosen, hoet, schoenen en hembden voorsien sullen worden „tot discretie, sulks dat aen een boven de acht, of ten uytersten negen „guldens niet te koste geleyt sal worden". De ellende te Ostende steeg ten top door het uitbreken van pest, roodvonk en scheurbuik, die ge duchte verwoestingen in de rijen der verdedigers aanrichtten. De „gepestificeerden" moesten een kap van bijzonderen vorm-dragen. Res. S. G. 23 October 1606 bepaalde, dat dergelijke kappen voor de ban dieten op de galeien zouden bestemd worden. AANTBEKENING N». 46 (bladz. 67). Sterkte der ruiterij bij de monstering (Journaal van Anthonis Dutck III, 3S9). 33 vanen, reeds in dienst van het land 4 nieuwe vanen (graaf George van Schauenburg, jhr. Herman Carel van Daerle, jhr. Diederik Quadt van Wyckradt en Guillaume Pisset 15 vanen Duitsche ruiters1832 3470 paarden. 52 vanen. 5302 paarden. Ongemonsterd bleef de vaan Duitschers van Stael (1) 120 Totaal der 53 vanen 5422 paarden. Hiervan waren 50 vanen ingedeeld in 13 regimenten. Sterkte van het voetvolk. Begiment Engelschen van sir Francis Yere i TT ,r 48 vendelen6736 mannen. Friezen15 ..2367 Schotten van William Edmond. .11 ..1246 Franschen van Guillaume de Hal- lot, heer van Dommarville10 ..1291 Zeeuwen van jhr. Karel van der Noot7 96S Duitschers van graaf Ernst Casimir van Nassau12 ..1930 SirHORATIO Vere I (1) Deze werd gemonsterd op 20 Juni 1602.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1913 | | pagina 250