287 AANTEEKENING- N°. 60 (bladz. 87). De sterkte op papier blijkt uit de staten van oorlog zie Bijlage XIII de werkelijke sterkte uit de gehouden monsteringen, waarvan de tekst enkele voorbeelden geeft. Het verschil in sterkte van sommige compagnieën valt o. a. uit de vol gende besluiten op te maken (Res. S. G-. 10 Februari) Utrecht maakt bezwaar om de compagnie van kolonel van Utenhove ter sterkte van 200 hoofden op repartitie te nemen. Ze werd teruggebracht op 150 hoofden. (Res. S. G. 27 Februari, 3, 8 en 24 Maart) Utrecht, de kwartieren van de Yeluwe en van Zutphen weigeren compagnieën van grootere sterkte op hunne repartitie te nemen o. a. die van sir Horatio Vere (300 hoofden), van de graven George Ernst en Herman Otto van Limburg Stirum: elke van 333 hoofden. Hare sterkte werd verminderd. (Res. S. G. 13 Maart). De 10 compagnieën in garnizoen te Doesburg een frontierstad brengen te samen nauwelijks 700 man uit. AANTEEKENING N°. 61 (bladz. 88). De in het voorjaar van 1607 tot een tocht naar het „westen"d. w. z. naar Spanje en de Middellandsche zeeuitgezeilde vloot, stond onder het opperbevel van Jacob van Heemskerk als admiraalmet Laurens Jacobzs. Alteras als vice-admiraal en Lambert Hendriksz. de Mooij alias Mooi Lambert, als achter-admiraal. De schepen hadden aan boord 500 mus ketiers onder den Zeeuwschen kapitein Joris van Spilbergen, den Hol- landschen kapitein Steven Jansz. en den Engelschen kapitein Louis Orles (Res. S. G. 1224 Januari, 5 en 7 Februari 1607). Alle schepen waren op 27 Maart bij Wight vereenigd en wendden den steven naar de kusten van het Iberische schiereiland. De zeeslag in de straat van Gibraltar, waarbij Heemskerk sneuvelde, had plaats op 25 April; eerst in het begin van Juni kreeg men daarvan kennis in het vaderland (Res. S. G. 2 en 4 Juni 1607). De teruggekeerde musketiers ontvingen ter belooning twee maanden soldijbenevens 5 reisgeld naar hunne compagnieën. Als zegeteekenen waren medegebracht drie Spaansche vlaggen en een zijden vendel (Res. S. G. 19 Juli en 31 Augustus 1607) Jacob van Heemskerk was de eerste admiraal, voor wien op 's lands kosten een praalgraf in de Oude Kerk te Amsterdam is opge richt. Vele scheepskapiteins ontvingen later maandelijksche toelagen, onder voorwaarde dat zij dienst zouden doen bij het leger. Zoo vindt men in Res. S. G. 2 Januari 1610. „Cornelis Pietersz. Madder, scheepscapi- „teijn,aengezien dat, den suppliant metter daet mannel. getoont „heeft in den zeeslach inde straet van Gibraltar onder het beleyt van

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1913 | | pagina 261