249
Andries de la Croix, kapitein van de mineurs, opvolger en naam
genoot van zijn vader (Res. R. v. St. 12 November en 10 December 1604)
hij komt voor op de staten van oorlog van 1607 en 1609, onder de trakte
menten op Holland, als kapitein van 81 mineurs.
AANTEEKENING N°. 80 (bladz. 182).
Met den dienst der verpleging was belast een commissaris-generaal of
superintendent voor de vivresbijgestaan door een commies van de
vivres, rekenplichtig jegens den Raad van State wegens alle ten behoeve
van het leger aangekochte levensmiddelen. Na het overlijden van den
commissaris-generaal Jacques de Grise besloot men de betrekking niet
te vervullen, doch trad in zijne plaats op een commies, die oogluikend
den titel van commissaris-generaal mocht voeren. Gedurende den tocht
naar Vlaanderen in 1600 moest elke soldaat voor drie dagen vivres
medevoeren. Broodin schepen naar Ostende aangebrachtkon schaars
worden uitgereikt: het grootste deel moest als te oudbakken over boord
geworpen worden. Om die redenen ging men er sinds 1602 toe over
het brood zooveel mogelijk te velde te bakken; het meel te malen in
ros-wind- of watermolenswaartoe een talrijk personeel enbij een
volledigen trein, 700 wagens tot het medevoeren van rogge, kaas en
haver vereischt werden. De lange brooden wogen 6 pond. De rations
ten laste van den lande bedroegen per etmaal en per hoofd 20 ons brood,
114 of hoogstens x/2 pond kaas, 1 ton bier per 100 man; voor 100
paarden 1/3 last haver; de kosten werden later door korting met de
kapiteins verrekend. Wanneer het leger te water vervoerd werd, dan
voorzagen kooplieden en zoetelaars in de voeding en bakten de troepen
geen brood.
AANTEEKENING N°. 81 (bladz. 184).
De brugmeester droeg de verantwoording voor alle ponten, schepen,
aken, schuiten van de schipbruggen, zeilen, kabels, touwen, ankers,
masten en dergelijke voorwerpen. Op eene lijst (N°. 2287 Archief Raad
van State) komen o. a. voor: „11 schutponten, 25 veerponten19 laecken-
„ende coopluyponten18 potscheepen, groot en cleyn, 4 hoochoozen,
„12 amonitiescheepen2 platte ponten en scheepen, 38 aaxkens, 2jach-
„ten, enz." welk materieel altijd tot gebruik gereed moest liggen.
Geschut en onderdeelen van de schipbruggen werden gewoonlijk in de
ponten geladen. Elke pont voerde 4 Maas-schippers, gewapend met vuur
roer of halve spies; zij bezetten tevens de wachthuizen aan de uiteinden
en. op het midden van de schipbrug. Voor het overtrekken van smalle
waters dienden kleine schuiten of schouwen, met balken en deelen op
wagens; deze veldbruggen moesten een veldstuk kunnen dragen.