5
werd de prins niet benoemd. Wel was daartoe een voorstel ingediend
door Holland (1): maar het kwam zoo ver niet. Als stadhouder van
Holland en Zeeland was hij tevens kapitein-generaal en admiraal van
de strijdkrachten dier provinciën. Het aanzienlijkste ambt in Holland,
na het stadhouderlijke, was dat van 'slands advokaat of raadpension-
naiis, gelijk hij sedert 1621 genoemd werd; in 1586 was Johan van
Oldenbarnevelt tot dit ambt benoemd (2).
Graaf Willem Lodewijk van Nassau was stadhouder of gouverneur
van Friesland, en van de Groninger-Ommelanden: dit laatste niet veel
meer dan in naam. In Friesland ondermijnden Karel Roorda en zijne
partij het gezag des stadhouders; in 1593 werd hij echter verdreven en
de inwendige rust hersteld. Graaf Adolf van Nieuwenaar en Meurs
was stadhouder van Gelderland en Overijssel, wegens afwezigheid van
den veldmaarschalk Joost de Zoete ook van Utrecht. Toen laatstge
noemde uit krijgsgevangenschap was ontslagen, werd hij niet in het
gouvernement van Utrecht hersteld. De stad Utrecht stond trouwens
nog geheel onder den invloed van de Leicestersche partij. Den 4den
October 1588 werd deze partij ten onder gebracht en het gezag van
giaaf Adolf hersteld. Graaf Adolf en de veldmaarschalk de Zoete
stierven beiden in 1589 (3).
Prins Maurits volgde graaf Adolf op in zijne gouvernementen. Toen
graaf Willem Lodewijk van Nassau na de verovering van de stad
Groningen in 1594 tot stadhouder verkozen werd van Groningen, en
Ommelanden, weldra ook van Drenthe met Wedde en Westwoldinger-
land, was de Republiek verdeeld in slechts twee stadhouderschappen
van Prins Maurits en van graaf Willem Lodewijk van Nassau
hetwelk een groot voordeel opleverde voor de bevelvoering der Staatsche
legers (4). Daartoe werkte nog mede het overlijden van Maerten
Schenck VAN Nijdeggen (5), die uit Schenkenschans en omgeving den
oorlog op eigen hand voerdezonder zich aan het gezag van wien ook
in de Republiek te storen.
De nederlaag van „de onoverwinnelijke vloot" in 1588 bevestigde het
bondgenootschap met Engeland. Terwijl men koningin Elisabeth ook
ter admiraliteit onder Zijne Excellentie als admiraal. Eerst bij Res. S. G. 13 Augustus 1597
werden vijf collegos opgericht.
By Res. S. G. 23 Mei 1588 was de Prins ontslagen van den eed als admiraal, afgelegd aan
den graaf van Leicester.
(1) Res. H. 8 Maart 1589. Gelijktijdig was door Holland het voorstel gedaan om graaf
1'ILIPS VAN Hohenlohe te benoemen tot luitenant-generaal (van den kapitein-generaal)
graaf Adolf van Nieuwenaar en Meurs tot generaal der cavalerie en graaf Willem Lodewijk
van Nassau tot generaal der infanterie.
(2) Geboren in 1547; hy was van 1576 tot 1586 pensionnaris van Rotterdam.
(3) Joost de Zoete sneuvelde op 17 Maart; graaf Adolf overleed op 8 October 1589
(1) Zie Bijlage I.
Nijmegen V6rdr°nk den 10den AuSustus 1089 in Waal bij eene poging tot verrassing van