279 I. SCHENKENSCHANS. De schans was aangelegd op het eiland 's Gravenweert, behoorende tot Cleefsch gebieddoor den overste Maerten Schenck van Nijdeggen. (13) Res. S. G. 15 April 1604. (14) Res. S. G. 29 Maart, 16 April en 23 Mei; Res. R. v. St. 5 en 6 Mei 1604. (15) Hy was luitenant-kolonel by kolonel jhr. Johan van Loon en volgde dezen op in het bevel van het Utrechtsche regiment. (16) Res. S. G. 24 Juni 1604, op acte van Prins Maurits. (17) Philippe Fleminsh „Belegheringhe der Stadt Oostende". De bevelhebbers der artillerie worden in verschillende resolution enz. generaal van het geschut of der artillerie genoemd. Behalve de in den tekst genoemden, komen ook nog voor: Thomas Points, ge durende 20 dagen gediend als generaal van 't geschut (Res. R. v. St. 8 October 1604) en Johan van Loenreslooth luitenant-generaal der artillerie (Res. R. v. St. 23 en 29 October 1604). Philippe Fleminsh was auditeur van het garnizoen, gedurende het beleg. (18) David van Orleans wordt na de overgave van Ostende sergeant-majoor van Sluis (Res. R. v. St. 20 October 1604 en 1 Februari 1605). (19) Ingenieur bij Res. R. v. St. 15 Juni en 12 October 1604. Raeff Dexter werd later kapitein eener compagnie infanterie (Res. R. van St. 8 en 21 Mei, 10 December 1604). (20) Carpenter, een Engelschmanwerd by Res. R. v. St. 20 September 1601 kapitein van een compagnie Nederlanders tegen den zin van generaal Vere. Hy overleed in het begin van 1602. (21) Res. R. v. St. 18 April 1602. Horthemel werd verdacht van verstandhouding met den vyand en gevankelijk naar Zeeland vervoerd. (Res. R. v. St. 14 December 1602). (22) Res. R. v. St. 18 December 1604 en 13 Mei 1605. Geleyn van Orliens was te voren sergeant-majoor in het regiment van den heer van Marquette. (23) Broucqsault ontving by Res. R. v. St. 5 September 1604 commissie als commissaris van de monstering. (24) In Juli 1602 was Christiaen Jhon bevelhebber der Duitschers; hij sneuvelde 14 April 1603. Willem van Thienen was sergeant-majoor by de Duitschers. (25) Blijkens Res. S. G. 30 November 1613 diende Thomas Boetzelaer als luitenant-kolonel by dit regiment. (26) De kolonel Piron vertrok 29 September 1603 uit Ostende en overleed eenige dagen later aan de pest. (27) De kolonel van Dorth vertrok 29 September uit Ostende; Walraven van Heeckeren was luitenant-kolonel by zyn regiment. (28) Anthonis van Utenhove was luitenant-kolonel, Karel van der Hoeven, sergeant majoor van dit regiment, gerepartieerd op Utrecht. (29) Zeeuwen en anderen. Jacob de Buvry was opvolger van kolonel Piron. Hy was sergeant-majoor van het Zeeuwsche regiment. (30) Walen en anderen. Geleyn van Orliens en Frederik van Nyf.velt waren voorgangers van Daniël de Caluart te Ostende. (31) Franschen en anderen. (32) Engelschen. De kolonel Robbert Drake, die Thomas Panthon in het bevel over de compagnieën Engelschen was opgevolgd (Res. R. v. St. 13 Januari 1604), sneuvelde 26 Maart 1604. John Bingham was luitenant-kolonel by dit regiment. (33) Werd 17 September 1604 gevaarlijk gekwetst. (34) Regiment Engelschen. De naam wordt mede gespeld Wouddis. Deze werd in Juni opgevolgd door Charles Fairfax. (35) Schotten. William Broo was reeds op 24 Augustus 1601 door den krijgsraad tot kolonel over de Schotten benoemd, doch sedert meermalen afwezig. (36) Walen. Daniël de Caluart werd weldra opgevolgd door Quirijn de Blaue. (37) Schotten. De kapitein Hamilton stierf 5 Juli aan bekomen wonden en werd in het bevel opgevolgd door John More, die eveneens sneuvelde en werd opgevolgd door Laurence Sinclair. (38) Cornelis van der Burght sneuvelde op 26 Mei 1604 (Res. R. v. St. 18 October 1604).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1913 | | pagina 303