288 electuarien, siroopen, droogen, cruyden ende farina"; hij had alle frontiersteden van medicamenten te voorzien (1). Pensioen was in dien tijd een gunst, geen recht; een krijgsman, die ongeschikt werd voor den actieven dienst kon geen pensioen of andere vergoeding eischen; voorschriften dienaangaande bestonden niet; toch hielp de Staat naar vermogen. Verminkten in den strijd, zelfs hunne weduwen, werden als mortepayen onder de compagnieën opgenomen (2). De Staten van Holland wezen de stad Oudewater aan tot verblijf van kreupelen en verminktenten einde de bedriegerijen te voorkomen van sommige „mortepayers", die bij de monstering als „passévolanten" op traden (3). De zorgen van de overheid blijken mede uit de posten op de staten van oorlog voor pensioenen of tegemoetkomingen; ook uit meerdere resolutiën, waarvan eenige hieronder worden aangehaald. Op het request van Bonnaventura Oncle „trompetter blindt geblasen „in dienst van den Lande wordt denselven geaccordeert de somme van „vijftig gulden" (4). Op het request van jhr. Pieter van Maldeghem, die met een „cortau cogel roer" voor Geertruidenberg zijn rechterarm verloren had, werd octrooi verleend voor het laten maken van een ijzeren arm tot zijn „behulpsaemheyt"deze arm kostte 300; doch de jonker ontving slechts 200, de helft terstond, de andere helft, toen de ijzeren arm gemaakt was; voorts werd hij als adelborst geplaatst bij de compagnie van jhr. Pieteb van Ghistelles, overste-luitenant van het regiment van jhr. Flobis van Bredeeode (5). Simon Klaesz, wiens handen waren afgeschoten, ontving voortaan 8 in plaats van 6 ter maand (6). Het verzoek van kolonel jhr. Diederik van Doeth om trak tement voor den chirurgijn van zijne compagnie, werd om der gevolgen wille afgeslagen (7). Op het request van Dedier Momioy en Mathieu Honnieb, ingezetenen van Calais, die elk een arm verloren hadden, werd toestemming verleend „dat Henrick Meynaerts te Delft voor elk hunner een ijzeren arm mag maken" (8). Jacob van Hulst, kurassier onder ritmeester Alexander Swijghel door een schot in de rechterhand verminkt zijndedientengevolge onbekwaam voor den dienstwerd op 14 ter maand geappointeerd bij de compagnie van kolonel jhr. Karel van deb Noot (9). FRANgois Thielmansz gewezen sergeant onder de compagnie van Lambert Charles, gouverneur van Nijmegen, had een verminkt been en werd (1) N°. 2287. Archief R. v. St., bevattende o. a. eene uitvoerige lijst van alles, waarmee zijn „winckel gestoffeert" moest zijn. (2) Res. S. G. 24 Augustus 1589 betreffende de weduwen. (3) Res. H. 17 Januari 1006. (4) Res. S. G. 16 Mei 1589, 11 December 1593, 27 Januari 1595, enz. (5) Res. S. G. 13 Augustus en 8 October 1593. (6) Res. H. 1 September 1594. (7) Res. S. G. 11 Februari 1606. (8) Res. S. G. 17 Juli 1606. (9) Res. S. G. 5 Augustus 1606.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1913 | | pagina 312