volgens het tractaat van 16 Augustus 1598 verplicht waren (1). Uit vrees voor de gramschap van Hare Majesteit besloot men de 2000 man te zenden en bestemde daartoe 5 compagnieën van het regiment van Francis Vere en 5 van het regiment van zijn broeder Horatio, onder het bevel van eerstgenoemde (2). Prins Maurits trachtte te vergeefs de uitvoering tegen te houden (3). Reeds op 30 Augustus volgde de inscheping der troepenwaarbij zich op hoop van avontuur de meeste edellieden van beide regimenten vrijwillig aansloten. De tocht bleef zonder gevolg. Ook in volgende jaren moest menigmaal een secours geleverd worden. Zoo liepen op 23 Januari 1601 uit Zeeland 13 oorlogsschepen onder jhr. Justinus van Nassau, die zich bij de Engelsche vloot en andere schepen van de Generaliteit voegden om nabij het Kanaal de Spaansche vloot af te wachten (4)op de 13 Nederlandsche schepen waren 320 mus ketiers van het leger ingedeeld (5). De gecombineerde vloot kon niet beletten, dat don Juan de l'Aquila in de maand September 6000 man landde op Ierland tot ondersteuning der tegen de koningin van Engeland in opstand gekomen eilandbewoners. Het was voor jhr. Justinus van Nassau de laatste maal, dat hij als vlootvoogd optrad. Voorheen viel het meest te strijden op de rivieren en in de zeegaten: nu de dienst hem ook op 't ruime sop riepbelette zeeziekte hem de waarneming der betrekking, waarvoor hij daarom bedankte. Jhr. Willem de Zoete de Lake gezegd Haultain volgde hem op als luitenant-admiraal van Zee land. Justinus werd nog in hetzelfde jaar 1601 benoemd tot gouverneur van Breda, in 1603 tot ritmeester eener vaan curassiers (vaan N°. 1). In het voorjaar van 1602 verzocht Engeland weder ondersteuning van 10 of 12 oorlogsvaartuigen en een paar honderd bootsgezellen of ma trozen (6)op 30 Maart liep de luitenant-admiraal van Hollandjhr. Johan van Wassenaar, heer van Warmond, uit de Maas om zich bij de Engel- schen te voegen (7). Tegenwind hield de onderneming op tot 5 Meiwaarna verschillende tochten naar Spaansche havens plaats vonden. Aan van Wassenaar was meer bij-zonder opgedragen om alle Spaansche galeien, die hij mocht ontmoeten, tot zelfs in de havens van Frankrijk, aan te vallen en te vernielen (8). Deze galeienmeerendeels uitgerust door don 20 30o (1) By dit tractaat was o. a. de afbetaling der schulden van de Republiek geregeld. (2) Res. S. G. 18—24 Augustus 1599. (3) Res. S. G. 28 en 29 Augustus 1599. (4) Res. S. G. 13, 1316 en 20 Januari 1601. (5) Res. S. G. 26 Januari 1601. (6) Ros. S. G. 12 en 14 Januari23 FebruariRes. H. 12—23 Februari 1602. Vergelijk Aanteekening N°. 28. (7) Res. S. G. 3 April 1602. (8) Res. S. G. 16 April 1602.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1913 | | pagina 329