313 passing ingenomen, twee dagen later bezette Charles de Heraugière, gouverneur van Breda, de stad Luik met 700 paarden en 800 man voetvolk (1). Daarmede was men meester van de vaste brug over de Maas en de gemeenschap van Breda met het leger van den hertog van Bouillon in het zuiden van Luxemburg verzekerd. Doch Hoei, een stad van het bisdom Luik, behoorde tot neutraal gebied en was dus in strijd met het volkenrecht zonder oorlogsverklaring maar met voorkennis van Prins Maubits en koning Hendrik IV van Frankrijk in bezit genomen (2). Op gelijke wijze hielden de Spanjaarden Rijnberk bezet, om den over gang van den Rijn vrij te houden. Terstond verschenen afgezanten van Ernst van Beteren, bisschop van Luik, te 's-G-ravenhage om de Sta- ten-G-eneraal te bewegen tot ontruiming van het kasteel. Nog tijdens de onderhandelingen, op 13 Maart, namen de Spanjaarden de stad in en noodzaakten een week later Heraugière om het kasteel te ontruimen. Het neutrale Hoei veranderde eenvoudig van onwettigen meester (3). Als gevolg van slechte betaling en verzorging kwamen over den toestand van het secours in Frankrijk aanhoudend klachten. Deze liepen steeds hooger tot in Mei het secours zich oploste en op eigen gezag naar het vaderland terugkeerde, de ruiters over Duitschland, het voetvolk van Dieppe te scheep (4). In de eerste helft van Juni kwamen de ruiters onder graaf Filips van Nassau in Gelderland en voeren de schepen met het voetvolk de Maas op (5). De vaan van Antoine de Sapoigne opvolger van den vrijheer van Peche was in Frankrijk verloopen (6). De Staten- Generaal waren eerst zeer ontstemd over de eigenmachtige terugkomst van het secours; maar graaf Filips rechtvaardigde zich, in hunne ver gadering van 17 Juni, op grond van de armoede en ellende waaraan de onvoldoende maatregelen van den hertog van Bouillon het Hollandsche contingent hadden blootgesteld (7). Middelerwijl hadden de Staten-Generaal aan de provinciën voorgesteld om in Frankrijk gedurende 6 maanden op hunne kosten in dienst te stellen 2 a 3000 Gasconjers, 20 vendelen ingedeeld in twee regimenten (8). (1) Res. S. G. 16 Februari 1595. Gedurende de afwezigheid uit Breda werd het gouver nement aldaar waargenomen door kolonel jhr. Arent van Groenevelt, superintendent van Nijmegen, wiens zuster Maria met Heraugière gehuwd was. (2) Res. S. G. en Res. R. v. St. 28 Maart 1595. (3) In het begin van Juni 1595 werd Hoey door de Spanjaarden ontruimd. (4) Res. S. G. 13 en 29 April, 29 en 30 Mei, 9 Juni en Seer. Res. S. G. 30 Mei 1595. (5) Res. S. G. 13 en 22 Juni 1595. (6) Res. S. G. 26 Juli 1595. (7) Blijkens Seer. Res. Res. S. G. 22 Juni 1595 moesten de ritmeesters uit elke vaan drie of vier van de „ergste muitmakers" gevangen zetten binnen Arnhem. (8) Res. S. G. 13 Mei 1595. Elke compagnie kostte 1.000 per 32 dagenvoor de wer ving werden 5000 kroonen vereischt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1913 | | pagina 337