323 „tot bewaernisse van de stadtpoorten ende boomen." Nadat het verdrag op 29 Juli door graaf Edzard was bezegeld en geteekend, zond de stad 2 vendelen naar Friesland terug; de andere bleven aldaar nog tot het laatst van Augustus (1). Gedurende de onderhandelingen te Delfzijl kwam een in 1534 tusschen hertog Karel van Gelderland, graaf Enno II van Oost-Friesland en de stad Einden gesloten, in vergetelheid geraakt verdrag tot wederzijdsche ondersteuning in geval van oorlog te voorschijn. De Staten-Generaal konden zich te allen tijde bij bemoeiingen met Emden op beide tractaten beroepen. Toen de stad dan ook van Spanje een gelijke neutraliteits- verklaring trachtte te verkrijgen als aan andere Rijks-steden was verleend, troffen de Staten-Generaal aanstonds maatregelen om elke Spaansche inmenging te Emden te voorkomen. Graaf Willem Lodewijk van Nassau ontving machtiging om de naastbijgelegen garnizoenen zoonoodig te versterken en te gebruiken „totte verzekeringe derzelve stadt Embden „ende het maintenement van het Delffsielsche Tractaet" (2). De verhouding tusschen den graaf en de stad Emden bleef gespannen. Bij concession aan den graaf stond Oost-Friesland open voor de Span jaarden, die steun vonden bij den koning van Polen (3). In Mei 1598 beproefde graaf Edzard, onder bewering dat de stad Emden niet aan hare geldelijke verplichtingen voldeedzich van het gezag aldaar meester te maken. De stad nam nu 300 soldaten in dienst onder den kapitein Mathijs Egberts genaamd Knoop sedert genaamd Knoop van Emden; kapitein en soldaten waren quasi door graaf Willem Lodewijk van Nassau afgedankt. Ook voor geldelijke aangelegenheden vond Emden meermalen hulp bij de Republiek (4). Graaf Edzard zocht zijn aanhang binnen de stad te vergrooten door aan reeders en schippers groote voor- deelen voor te spiegelen van den door koning Filips III voor de Neder landers verboden handel op Spanje; naarmate de toestand binnen de stad bedenkelijker werd, leenden de handelaars meer de ooren aan Edzard. De regeering kon echter op gewapende ondersteuning door de Republiek rekenen, die graaf Willem Lodewijk uitnoodigde om troepen bij de hand te houden en een vertrouwd persoon naar Emden te zenden (5). (1) Res. R. v. St. 22 Augustus en Res. S. G. 25 Augustus 1595. (2) Res. S. G. 8 Januari 1596. (3) Sigismund III, van 1587—1632 koning van Polen, sinds 1592 ook van Zweden. Geloofs verschil Sigismund was R. K. bracht de Zweden tegen hem in verzetin 1599 stieten zü hem van den troon en kozen zijn oom Karel, die als Karel IX (1599—1611) de regeering aanvaardde. Dientengevolge geraakten Polen en Zweden in oorlog: voorspel van den dertig jarigen oorlog; beide partijen zochten bondgenooten en benadeelden elkander zooveel mogelijk. Vandaar de samengang van Spanje en Polen in Oost-Friesland. (4) Res. S. G. 9 Juli 1598 e. v. Voor zijne in Emden bewezen diensten vereerden de Staten-Generaal kapitein Knoop met een gouden medaille (Res. S. G. 27 Januari 1599). (5) Res. S. G. 19 September, 11 en 12 December 1598. Hiertoe word aangewezen Heiima- nus van Dulmen, mede tot bemiddeling der geldzaken.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1913 | | pagina 347