825 binnen (1). Yoor het oogenblik was dus de toestand gereddoch zulks duurde slechts kort. Terwijl het meerendeel der Staten-Generaal zich in September met het leger van Prins Maurits voor Grave bevond, sloeg graaf Enno het beleg voor Emden. Graaf Willem Lodewijk van Nassau eischte op hun last graaf Enno opden aanval te stakenterwijl de sergeant-majoor-generaal der cavalerie, Werner van den Houte gezegd du Boys, met 12 vendelen en 3 vanen naar Emden marcheerde omvolgens commissie en bestelling der stadden strijd met Enno aan te gaan (2)zes vendelen onder bevel van William Brog, sergeant-majoor' der Schotten, de zes anderen onder kapitein Daniël de Caluart (3), de drie vanen onder ritmeester Edward Cecil; Taco van Hettinga bleef de reeds te Emden aanwezige en nog drie andere door de stad in dienst genomen vendelen commandeeren (4). Niettegenstaande 's keizers bedreigingen opende du Boys op 2 November de vijandelijkhedenveroverde en bezette verschillende plaatsen in Oost Frieslandna verlies der schans van Loga ten oosten van Leer op 23 November was de macht van graaf Enno gebroken. De keizer liet 't bij dreigen; de Staten-Generaal handelden. Door hunne tusschenkomst kwam op 8 April 1603 het zoogenaamde Haagsche tractaat tot stand, waarbij de graaf aan de stad vergunde 6 of 700 man in dienst te houdenwier bevelhebber den eed zou afleggen aan den graaf, de Stenden van Oost-Friesland en de stad Emden (5). Deze laatste beloofde de troepen niet te zullen verminderen of afdanken, den commandant bij ontstentenis niet te vervangendan met goedvinden der Staten-Generaal (6). Omdat het een zaak des Rijks gold en niet van de Staten-Generaal, protesteerde de keizer. De graaf trachtte wel het tractaat te ontduiken maar zag zich door de benarde toestand der geldmiddelen genoodzaakt zijne troepen af te danken. De Staten-Generaal wierven dezen grootendeels aan, machtigden den generaal du Boys om Emden te ontruimen en beloofden de stad steeds te zullen ondersteunen (7). Zoodra dan ook de (1) Res. S. G. 5 en 8 Juni, Seer. Res. S. G. 5 Juni 1602. (2) Werner van den Houte werd gecommitteerd „om hem te transporteren naer Embden, „ende aldaer opte commissie van de regeerders dor selver stadt als Generael te comman- „deren over de Ruytereye ende de compaignien soldaten, die by de Staten-Generael aireede „derwaerts gesonden syn ende noch sullen mogen wordden, mitsgaders die ghene die hem „by de voorsz. regeerders van de voorsz. stadt oock ondergestelt sullen wordden" (Comm. S. G, 24 October 1602). (3) Wordt luitenant-kolonel genoemd in Res. S. G. 12 Februari 1603. (4) Op eene aanvrage van generaal du Boys om versterking (Res. S. 18 November 1602), werden nog zes compagnieën naar Emden gezonden. (5) Res. S. G. 9 April 1603. (6) Brief van de stad aan de Staten-Generaaldd. 14 April 1603 (N°. 1909 Archief Staten- Generaal). (7) Res. S. G. 30 April, 13 Mei en 18 Juli 1603. Bjj Res. S. G. 22 Juli 1603 werd du Boys als generaal in Emden bedankt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1913 | | pagina 349