331 jINGSLIJSTEN. (1) Ruiterij. Februari 159Ö. siers. Harquebusiers. Betaling. Hoofden. Paarden. Betaling. 250(2) 6 X 25 (3) 400 1 6 200 6X 23. 338 70 +4X 25 170 1 4 65 4 X 23 157 60 3 X 25 135 1 3 55 3 X 23. 124 50 1 2 46 a 40 80 2 2 80 30 1 1 26 30 1 1 26 25 a £40£12 (8) 1012 10 a 27, 23 a 26,23 a 25. 1443 81 81 15 a 27, 15 a 26, 10 a 25, 15 a 24, 26 a 23. 2003 3350 89 100 2800 n 77 77 77 77 77 77 77 77 77 77 (1) Do lasten van 1589 en 1599 worden aangetroffen in het archief van den Raad van State onder N°. 2196 Algemeen Rijksarchief); die van 1589 bovendien onder Res. H. 26 Juni 1589; die van 1599 in G. P. B. II, 258; indelijk die van 1597 onder Res. H. 29 December 1597. De betalingen golden voor een maand. (2) Het traktement van den ritmeester der kurassiers bedroeg te voren 225 en werd bij Res. S. G. met 5 25 ter maand verhoogd. (3) Dit product beteekent 25 voor elk der 6 paarden. Bij elk paard extra, ook bij de andere rangen, be- loorde een gewapend man. (4) De kornet was belast met het dragen van standaard of vaan, een doekwaarop afbeeldingen waren geschilderd an allerlei aard. Zoo ontwaart men op een plaat in het 36e boek van Pietek Bor, voorstellende het ontzet an Bommel in 1599, vanen met een gewapende arm, een leeuw met pijlen, een oog, e. a. m. (5) De Res. S. G. 14 Juni 1602 bepaalde, dat bij elke vaan of compagnie te paard een derde trompetter mocht ehouden worden, doch gerekend onder de gewone ruiters. (6) Waaronder drie korporaals. (7) Bovendien elke geappointeerde met een bagagepaard of bidet. (8) 12 verhooging voor de korporaals. (9) Staten van oorlog 1588—1595.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1913 | | pagina 355