882
b. Voetvolk.
Volgens de lijsten van vóór 1599 bleef de betaling onveranderd voor
allen, die bij de compagnie eene bijzondere betrekking of officie bekleedden
en ook bij de ruiterij daarom officieren werden genoemd. Voor
de 13 officieren van elke compagnie voetvolk bedroeg de betaling per
maand 331. Op de lijst van 1599 is de kapitein met 60 hooger
traktement uitgetrokken, zoodat het totaal bedrag tot 391 klom. De
pijper komt op de lijst van 1599 niet meer voor, wel een provoost met
hetzelfde traktement.
De 13 compagnies-officieren werden per maand betaald als volgt:
1 hopman of kapitein90.
1 luitenant45.
1 vendrig„40.
2 sergeanten ad 24„48.
3 korporaals 16„48.
2 trommels of trommelslagers ad 12„24.
1 pijper (1599 provoost)„12.
1 fourier of klerk„12.
1 chirurgijn„12.
13 officieren, met een totaal op de lijsten van 1589 tot 1599 ad 331.
En op die van 1599 wegens verhooging van het kapiteins
traktement met 60391.