Hoe belangrijk de staten van oorlog ook zijn, laten de grenzen van ons werk niet toe daarvan den geheelen inhoud, zelfs niet in uittreksels of in onderdeelen te vermelden. In hoofdzaak beperken wij ons tot op gaven omtrent de sterkte en de repartitie van ruiterij en voetvolk. Verwondering baart de grove onnauwkeurigheid der cijfers, zoowel in de ordinaris- als de extra-ordinaris-statentoch bestemd om onder de oogen te komen van de hooge colleges eener natie van kooplieden: dit geldt zoowel voor geldsommen als voor sterktecijfers. Zelfs duplicaten verschillen meermalen belangrijk van elkander: niet alleen van de reeds behandelde staten van oorlog, maar ook voor die van de volgende tijd perken. De staten van oorlog vóór 1607 beginnen met de repartitie op Holland. Daarna prijkt Gelderland, oud-hertogdom tegenover de vroegere graaf schappen of heerlijkheden, aan het hoofd. Groningen volgt op Overijssel, omdat het pas in 1594 tot de Unie toetrad. Drenthe komt immer achteraan, als niet behoorende tot de zeven gewesten der Unie; het landschap deelde in de lasten, geenszins in de voordeelen eener absolute souvereiniteit als de andere bondgenootenhoewel het niet behoorde tot de generaliteitslanden. Gemakshalve schikken wij ons naar de volgorde der provinciën, zooals sinds 1607 in de staten van oorlog voorkomende. De bedragen in de staten van oorlog werden berekend als uitgaven per maand; 't duurde lange jaren alvorens overeenstemming was ver kregen omtrent den tijdduur der betalingsmaand. De Res. S. G. van 7 Juli 1588 bepaalde de maand op 48, voor de garnizoenen in Zeeland op 42 dagen; die van 2 April 1597, respectievelijk op 42 en 39 dagen. Yoor Zeeland nam men de maanden korter tot verhooging der soldij wegens het ongezonde Zeeuwsche klimaat. De berekening veranderde telkenszooals reeds uit meerdere door ons vermelde traktementsbedragen blijkt. Die van de hooge officieren werden in den regel gerekend op een maand van 32 dagen. De staat van oorlog werd opgemaakt door den Raad van State en ingediend bij de Staten-Generaal met bijvoeging eener petitie, behelzende eene, zoo al dikwerf wijdloopige, toch duidelijke uiteenzetting van den staatkundigen toestand en het verloop van den oorlog, waarop de cijfers berustten. De Staten-Generaal bezorgden af schriften voor de zevenbondgenooten. Het bedrag van elks aandeel, de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1913 | | pagina 365