867 OLK. Aantal ComPaS- I Hoofden, meen. i Totaal aantal Com?ae- Hoofden, meen. Aanteekeningen. 85 10 33 13 20 513 852 (4) 596 113 452 738 11093 1550 5104 2250 3100 950 914 pro memorie 1695 11 30 20 17 5 36 1 4115 3376 2291 565 5945 300 1232 678 Totalen 17 189 50 22 37 15 21 353 2526 30394 7491 2856 6245 1910 3626 293 55341 (1) Adam van Weerdenburg en Joh an Millinck. (2) Christiaan van Barrevelt. (3) Graaf Jurrien Ernst van Limburg Stirum. (4) Volgens den staat van oorlog 855. (5) Kolonel Diederik van Dorth. (6) Graaf Herman Otto van Stirum. (7) Op den staat van oorlog wordt de getalsterkte dezer compag nieën niet genoemd. Voor eene oppervlakkige berekening is 113 aangenomen. (8) Prins Maurits. (9) Graaf Hendrik Frederik van Nassau. (10) Graaf Filips van Hohenlohe. (11) Graaf Ernst Casimir van Nassau, Willem Adriaan de Hornes heer van Kessel, Cornelis de Bont, Adriaan van Arkel, Jan van der Riviere heer van Gellicum en Jacques Wijts. (12) Graaf Johan Ernst van Nassau. (13) Horatio Vere en Edward Cecil. John Ogle, Calisthenes Brook en George Carew. Dragonders. Gaspard de Coligny, heer van Chastillonen Syrius de B,ethune. (17) Met bijvoeging op den staat van oorlog met: „worden niet betaald". De sterkte der compagnieën is daarbij niet vormeld en wordt geschat op 100 30in verband met de opgave van 1608. (18) William Brog en Walter Scott of Buccleuch. (19) Hans Eysenkramer en Hendrik Dutaller (Thoetaller). Caspar Boom. Jhr. Karel van der Noot. Hieronder jhr. Justinus van Nassau en kolonel Frederik van Dorp. (23) O. a. kolonels jhr. Arent van Groenevelt en Anthonis van Utenhove. (24) Graaf Willem Lodewijk van Nassau en Jan Mario. (25) Waaronder graaf Adolf van Nassau. (26) Bartïiolomeus Andrio Walsdorffer. (27) Compagnie van Prins Maurits onder jhr. George de Lalaing, heer van La Mouillerie. (28) Waaronder Unico Ripperda, drost van Haaksbergen. (29) Met aanteekening: „wordt niet betaald". (30) Johan van Corput. (31) Graaf Joost van Sciiauenburg. (14) (15) (16) (20) (21) (22)

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1913 | | pagina 391