3?1
Naar deze gegevens en andere bepalingenwerd
blijkens bijschriften
op de staten van oorlog elks
bijdrage ter maand geregeld als volgt:
1599.
1607.
1608.
Holland
278.056—11—7
422.9741061/4
329.235—16— 8
Zeeland
60.367— 0—0
104.096—10—31/2
81.026—17— 9
Utrecht
29.760—18—3
43.746—18—2i/2
34.051—15— 7i/2
Friesland.
57.772— 1—7
87.493—16—5
68.103—11— 3
Groningen
32.705—17—0
49.373— 8—23/4
38.431— 7— 0
Gelderland
8.773—15—6
35.384— 5—31/2
27.544— 5— 9
Overijssel.
8.898—13—3
21.230—11— i/2
16.527— 5—111/2
Drenthe
4.484— 0—0
Lingen
2.792— 6—8
Wedde en West-
woldingerland
283— 6—8
Brabant
9.416— 6—8
Vlaanderen.
1.318— 3—4
502.629— 0—6 764.300— 0—0 594.921 0— 0
Uit alle opgaven blijkt 't, dat de bijdrage van Holland meer bedroeg
dan die van alle andere provinciën te samen.