374 „Over de vier provinciën, als Hollant, Zeolant, Utrecht en Vrieslant „totte betalinge van do ordinaris lasten des Staets van Oorloge, ter „maent 200.000 ende beloopende int jaer „Totte extraordinaris lasten, eens" (over de vier provinciën) „Noch extraordinaris voor 300 Ruyteren ende 4000 voetknechten" (item). „Voor Velt Leger" (sinds 1597 over de vijf provinciën, daaronder Groningen) „Totte fortificatiën" (item) „Voor de waertgelders" (item) „Tot secours van Vranckrfick (of totte assistentie van de Croon van Vranckrfick) „Voor Engelant voor de jaeren 1596 ende 1597 „Voor Legatien." 2.400.000 400.000 (1) 2.400.000 500.000 memorie. (V) 1588 1589 2.400.000 600.000 (1) „Noch volgens Resolutie van den 24e April 1586, die den Grave van Licester toegestaen zijn tot bezwi ringe van de gemeene middelen, voor wagens ende pionniers." (2) 500.000 meer dan het vorige jaar, om daarmede te betalen 200 ruiters en 3000 man voetvolk voo 8 maanden (Res. H. 27 November 1594). (3) 500.000 voor 13 vendelen Engolschen en 6 vendels Duitschers, ongerepartieerd (Res. H. 27 November- 22 December 1595). (4) 13 vendels Engelschen, 6 vendels Duitschers, 2 vendels Schotten (Res. H. 6 December 1596). (5) „Dese penningen zijn gediverteert tot nieuwe exploicten ende brengt den ontfanger in uitgifte tot sub sidie van Vranckrijck alleen 20.000".

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1913 | | pagina 398