17 zoowel te land als te water te vervoerenalsmede schipbruggen, paarden voor den trein der artillerie, levensmiddelen, enz. Geheel anders was het aan 's vijands zijde, bij wien de oorlog in Frankrijk en in de Nederlanden schatten verslond, zonder dat hij in staat bleek om het krijgsvolk te betalen. Overal ontstond muiterij onder de troepen. De oorlog kon naar drie zijden aanvallend worden ingeleidzuid waarts tegen Geertruidenberg's-Hertogenbosch en Grave; oostwaarts tegen Zutphen, Deventer en andere plaatsen; noordwaarts tegen Gro ningen en Delfzijl. In weerwil der tegenkanting van Friesland, welk gewest het meeste belang had bij eene operatie in het noorden, wilde Prins Maurits den aanval in Gelderland en Overijssel beginnen. Reeds had men met inspanning van alle krachten de noodige toebereidselen voor den veldtocht getroffen, toen de Staten-Generaal onverwacht bericht kregendat koningin Elisabeth een deel van het secours terugvorderde om met Henri de la Tour d'Auvergne naar Bretagne te trekken (1). Aangezien de Staten-Generaal echter 20 vendelen van het secours be stemden voor het veldleger, werd overeengekomen dat generaal sir John Norris tot gezegd doel over 10 compagnieën zou beschikken, zoodra 10 anderemet jonge soldatenuit Engeland waren overgekomen (2). De vanen ruiterij werden versterkt en men besloot tot een extra lichting van 2400 man (3). Alvorens het leger te velde trok werd Jacques de Grise heer van Watervliet, gecontinueerd als commissaris-generaal van de vivres (4), Bernard Plouchart gecommitteerd als „capitaine du guet" of sergeant majoor over alle vanen, die te velde gingen (o); jhr. Seino van Dorth als kwartiermeester-generaal (6)Berend Focking alias Treurniet als kapitein over alle pioniers te velde (7). Voorts werd, tot mislei ding van den vijand omtrent de wezenlijke voornemens, graaf Filips (1) Henri de la Tour d'Auvergne, burggraaf van Turenne, hertog van Bouillon, prins van Sedan en Reaucourtwas geboren in 1555; hy overleed in 1623. Sinds 1592 maarschalk van Frankrijk, huwde hy 15 April 1595 Elisabeth, dochter van Prins Willem I. (Over dit huwelijk, zie Res. S. G 31 October 1594). Eene andere dochter van den Prins van Oranje, Charlotte Brabantina, huwde 11 Maart 1589 Claude, hertog van La Tremouille, pair van Frankrijk, burggraaf van Thouars, graaf van Laval en prins van Thalamont (Talmont), geboreu 1560, overleden in 1604. Afstammelingen uit beide huwelijken bekleedden later aanzienlijke betrekkingen in de Republiek en in Frankrijk. (2) De aanvrage was geschied op 6 Februari; de overeenkomst werd gesloten op 19 Maart 1591. Zie Aanteekening N°. 8. „Armies of the Low Countries." British Museum. MSS. (3) Res. S. G. 7 Februari 1584. Zie voorts Hoofdstuk II en Aanteekening N°. 5. (4) Res. S. G. 15 Mei 1591. Jacques de Grise was als zoodanig reeds gecommiteerd door Leicester. Van staatswege werd alleen by belegeringen of andere buitengewone omstan digheden voor vivres gezorgd. In de garnizoenen moest de soldaat zelf voor zyn onderhoud zorgen. Te velde geschiedde zulks door behulp van de zoetclaars, onder toezicht van de kapiteins en de provoosten. (5) C. R. v. St. 10 Mei 1591. (6) C. R. v. St. 16 Mei 1591. (7) C. R. v. St. 20 Mei 1591. 2

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1913 | | pagina 41