21 reed geld lieten verlokken. Het stelsel van afdanken na een of anderen tocht of bij betrekken der winterkwartieren, en het weder voltallig maken der compagnieën had tot gevolg dat een groot aantal leegloopers zich schuldig maakten aan stelen en rooven, voorts dat bij monsteringen en andere gelegenheden meestal fraudes gepleegd werden. Kwamen ge ruchten omtrent uitbreiding van het leger in omloopdan doken terstond bijzondere personenzelfs officieren in dienst van den lande, op met aan biedingen tot het verschaffen van soldaten. In den regel toch moest elk voorjaar de strijdmacht voor eenige maanden met een buitenlandsche lichting versterkt worden. Voortdurend ondervond men daarvan den last, maar 't was een noodzakelijk kwaad. Zoo werd in het jaar 1592 het leger tijdelijk versterkt met een regi ment Duitschers onder Johan van Efferen, heer van Stolberg (1) en o. a. uitgebreid met vier vanen onder de graven JFilips van Hohenlohe en Filips van Nassau, jhr. Eylco van Onsta enjhr. Gerard van Warmelo, benevens vier vendelen pioniers elk van 50 man. Den 14den Maart verscheen Prins Maurits in het veld. Dien dag vertrok hij met 4000 man te paard en te voet uit Breda over Turnhout Westerloo en kwam in den nacht van den 17den op 18den Maart voor Maastricht om deze plaats bij verrassing te nemen. Doch de mede genomen ladders bleken te kort te zijn; de nachtelijke duisternis deed 't overige om den toeleg te doen mislukken. De eigenlijke veldtocht zou plaats hebben in Overijssel en Drenthe. Te voren vereerden de Staten- Generaal Prins Maurits, graaf Willem Lodewijk en sir Francis Vere voor hunne in het vorig jaar bewezen diensten met de volgende ge schenken (2); de Prins ontving een stuk zilver verguld ter waarde van 4000, een obligatie van 30000, der generaliteit toekomende, verleden bij den heer van Baligny, gouverneur van Kamerijkbenevens 3 vergulde koppen en 24 vergulde schalen, ter waarde tusschen de 4 en 5000 guldens; graaf Willem Lodewijk ontving een gouden keten, waar aan twee gouden penningen de eene voorstellende de Spaansche vloot de andere het ontzet van Leiden ter waarde van 2000 (3)sir FrAncis Yere werd begiftigd met 2000. Den 28sten Mei 1592 begon Prins Maurits met het beleg van Steen- wijk. Hieraan namen deel de regimenten van Friesland (21 vendelen), van de Engelschen (10 vendelen)van Utrecht onder kolonel Groenevelt (8 vendelen), van Brederode (7 vendelen) en van Dorp (8 vendelen) en 16 vanen. Onder het talrijke geschut bevonden zich twee drielingen, (1) Zie Aanteekening N°. 12. (2) Res. S. G. 18 en 14 Mei 1592. (3) Deze keten met penningen was oorspronkelijk bestemd tot geschenk aan Otto Hendrik van Bylandt, vrijheer tot Rheydt en heer tot Brempt, die namens den keizer in den Haag vredesonderhandelingen had gevoerd. Het geschenk was evenwel geweigerd. (Res. S. G. 7, 18 en 28 April en 25 Mei 1592).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1913 | | pagina 45