22
het snelvuurgeschut van die dagen. Gedurende het beleg sneuvelde aan
Staatsche zijde op 30 Juni Gilles Schaeckel, sergeant-majoor van het
Friesche regiment (1); de kolonel van het Noord-Hollandsche regiment
jhr. Willem van Dorp overleed op 5 Juli aan zijne bekomen wonden (2).
Prins Maurits werd 3 Juli door een geweerkogel gekwetst aan de linker
wang. Aan 's vijands zijde sneuvelde graaf Lodewijk van den Berg.
De gouverneur Antonio Coquel gaf 4 Juli Steenwijk over (3). Men vond
in de stad slechts twee kleine metalen en twee ijzeren stukken. Tot
den buit behoorden tien vaandels.
Reeds tijdens het beleg van Steenwijk waren bij de provinciën twee
stroomingen ontstaan omtrent de vraag, wat te doen met het leger na
afloop van het beleg. Holland en Zeeland wenschten het leger naar het
Zuiden te laten trekken, waartegen Friesland zich ten sterkste kantte.
Men kwam eindelijk het volgende overeen (4):
a. Graaf Willem Lodewijk zal als generaal van het leger ageeren in
de Noordelijke kwartieren; het leger onder zijne bevelen samen te
stellen uit hoogstens 10 vanen ruiters, zooveel voetvolk op repar
titie van Friesland en Ommelanden als gemist kan worden;
hoogstens 10 vendelen van de repartitie op Holland of Utrecht,
of wel de Engelschen, met een redelijk getal pioniers en mineurs;
voorts zullen bij het Friesche geschut uit het leger vóór Steenwijk
volgen hoogstens 6 zoo heele als halve kartouwen, tot 2400 scho
ten, 8 of 10000 pond kruit voor de schutters, met de noodige
artillerie-officieren en benoodigdhedendeelenpypegalen (5) en
andere materialen.
b. Prins Maurits zal zoo hij zulks goed vindt met een deel van
de rest van het leger, waarbij het veldgeschut, een tocht doen in
Twente en orde stellen dat plaatsen van weinig belang door de
huisluiden geslecht worden.
c. Het leger onder graaf Willem Lodewijk rukt op tot verovering
van Coevorden en wordt daartoe voorzien van een redelijk getal
wagens, hoogstens 200 voor den trein der artillerie, vivres, enz.;
(1) Hij was eertijds kapitein van eene compagnie lichte paarden, lansiers, en daarna ge-
appointeerd onder het vendel van graaf Willem Lodewijk op 40 ter maand (Res. S. G.
16 Februari 1589).
(2) Het Noord-Hollandsch regiment kwam voorloopig onder de bevelen van jhr. Arent
van Düyvenvookde, commandeur van Zutphen (Journaal van Anthonis Duyck I, 105.)
De compagnie van jhr. van Dorp werd gegeven aan Mathijs Helt bekend om zijn heldhaftig
gedrag hij de verrassing van Breda (C. R. v. St. 5 November 1592); hij werd 21 Mei 1597
bij een mislukten aanslag op Venlo doodgeschoten.
(8) G. P B. II, 594. „Articulen ende conditiën, geaccordeert bij Sijne Excellentie aan de
„burgers, officieren ende soldaten van de stadt Steenwijck" dd. 4 Juli; Res. S. G. 6 en
10 Juli 1592.
(4) Seer. Res. S. G. 12 Juli 1592, waarvan alleen de punten a en b werden opgenomen in
de gewone Res. S. G. van denzelfden datum.
(5) Soort van kruiwagens.