32 de voorsteden verblijven. Eerst den 25sten Juni, toen de stad op 'tpunt stond zich over te gevenmaakten de Spanjaarden zich bij verrassing en geweld van de poorten meester, waardoor de krachtdadig gevoerde ver dediging nog een maand gerekt werd. Op den 22sten Juli werd de capi tulatie gesloten en behoorde voortaan de stad Groningen weder tot de Vereenigde Nederlanden, waarvan ze dertien jaren te voren door het verraad van den graaf van Rennenberg was losgerukt. Tijdens het beleg had de vijand 300 man verloren, waaronder eenige burgers. Bij den uittocht bedroeg de sterkte nog slechts 295 man, behalve een honderdtal zieken en gekwetsten. Omtrent het geschut bestaande uit 40 stukken en 3 drielingen, benevens een groot aantal van klein kaliber werd bepaald dat al wat niet tot de stad behoorde naar elders zou worden vervoerd (1). De troepen keerden terug naar de garnizoenen (2). De Republiek had in den laatsten tijd niet alleen groote sommen moeten opbrengenmaar zich bovendien tegenover koning Hendrik IV verbonden tot het verleenen van hulp met 5 vanen en 24 vendelen (3). Tot de geconsenteerde sommen behoorden: 300.000 voor het lichten en het onderhoud van de Duitsche troepen van graaf E verhard van Solms; 200.000 voor het beleg van Groningen; 200.000 voor het secours naar Frankrijk (4). Middelerwijl bleef het leger niet werkeloos. Nadat een paar kleine tochten van weinig beteekenis waren afgeloopen (5), besloten de Staten-Generaal nog iets van meer belang te laten ondernemen, waartoe de aangewezen troepen zich den Ssten October 1594 te Doesburg zouden vereenigen (6). Prins Maurits wilde echter zijn goeden naam niet in de waagschaal stellen en verklaarde uitdrukkelijk, niet zonder de voor Frankrijk be stemde troepen te velde kunnen gaan; eenmaal te velde zijnde zou hij hun vertrek met alle middelen beletten. De Staten-Generaal stelden den Prins hieromtrent gerust. Maar te Arnhem meldde de Fransche ambassa deur zich bij den Prins en vertoonde hem de secrete resolutie der Staten- Generaal van 3 October tot onverwijld vertrek van het secours naar Frankrijk. Den 5den had de Prins den Haag verlaten; het gedrag der Staten te zijnen opzichte viel zeer te laken. In plaats van met den (1) Zie Aanteekening N°. 18. (2) Res. R. v. St. 31 Juli 1594. Prins Maurits werd een som van 28000 toegelegd ter vergoeding van de buitengewone onkosten by de laatste tochten en bovendien vereerd met een „nyeuwe tente mette toebehoorten nyet minder in de nootelycke commoditeyten als „die ghene die Zyne Excellentie lest versleten heeft." Deze tent kostte 7000 (Res. S. G. 2 September 1594). (3) Zie Bijlage VIII. (4) Res. S. G. 5 September 1594. (5) 20 Augustus mislukte aanslag van graaf Filips van Nassau op Roermond. 9 Sep tember tocht uit Zeeland naar Somerghem in Vlaanderen. (6) Res. S. G. 24 September 1594.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1913 | | pagina 56