57 vormden de afdeelingen, waarbij de noodige cavalerie, beurtelings den voortocht (avant-garde), den middentocht (bataille) en den achtertocht (arrière-garde). De garde marcheerde steeds bij de voorhoede. Hoewel een betrekkelijk groot aantal stukken geschut voor den tocht werden bestemd, beschikte men te velde slechts over 6 veldstukken. Het plan bestond om de op Walcheren ingescheepte troepen over zee naar Ostende te voeren. Toen dit echter door tegenwind mislukte, stak de voorhoede onder graaf Ernst Casimir op 21 Juni 1600 de Wester- schelde over naar Philippine, een dag later gevolgd door de overige troepen, ten einde zuidwaarts langs Brugge naar Ostende te trekken, waarheen mede de schepen met ammunitie, vivres en bagage gediri geerd werden. Het leger marcheerde in 5 dagmarschen over Assenede, Eecloo, Jabbeke, Oudenburg naar Lefiingen, voorts noordwaarts naar Mariakerke aan de duinen, om verder langs het strand naar Nieuwpoort op te rukken. Kolonel Jean Piron met zijn regiment en twee vanen te Oudenburg, de luitenant-kolonel Francois de Bruges met 5 compagnieën en 1 vaan te Breedene achterlatende, kwam 's Prinsen leger op 1 Juli voor Nieuw- poortzonder iets van 's vijands tegenmaatregelen ontdekt of gehoord te hebben. Aartshertog Albertus had intusschen een vergelijk getroffen met de muiters te Diest later ook met die te Hamont alle troepen uit het overkwartier van Gelder ontboden en binnen enkele dagen een talrijk leger verzameld. Zonder veel moeite maakte hij zich meester van Oudenburg en Breedene, benevens enkele sterkten, waarbij de Nederlandsche bezettingen nagenoeg geheel vernietigd werdenhet gevolg der verwaarloozing van alle veiligheidsmaatregelen. Zoodra Prins Maurits kennis bekwam van 's vijands handelingen zond hij aan graaf Ernst Casimir last om den volgenden morgen vroeg dus op 2 Juli met 19 vendels van de regimenten Schotten en van jhr. Karel van der Noot, 4 vanen en 2 stukken geschut, bij Mariakerke en het door zijne troepen reeds bezette fort Albertus de gemeenschap met Ostende te verzekeren en de aankomst van het vijandelijk leger uit Leffinghe te beletten. Bij Mariakerke aangekomen, werden zijne troepen versterkt door het overschot der compagnieën van Jean Piron en Fran cois de Bruges. Aan de lastgeving kon niet door graaf Ernst Casimir worden voldaanna een kortstondig gevecht geraakten 's graven troepen in wanorde en togen op de vlucht. Ernstig waren de verliezen: ruim 600 Schotten, waaronder 7 kapiteins, en ruim 150 Zeeuwenonder welke 3 kapiteins, lieten het leven: het voorspel van den gedenkwaardigen veldslagwelke dienzelfden dag op het strand hij Nieuwpoort zou worden geleverd. Ofschoon de sterkte van het Staatsche leger met ongeveer een derde was verminderd, besloot Prins Maurits toch den vijand slag te leveren,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1913 | | pagina 81