58 aan zijn eigen leger de kans latende om te overwinnen of vernietigd te wordenzonder in aanmerking te nemendat in 't laatste geval 's lands bestaan aan een zijden draad hing. De vijand had 2000 man te Ouden burg achtergelaten en trok met ongeveer 8000 man voetvolk en 1600 „vechtende paarden" van de zijde van Mariakerke langs het strand 's Prinsen leger te gemoet. Dit telde ongeveer 10.000 man voetvolk (96 compagnieën) met 1200 „vechtende paarden" (18 vanen) en 6 stukken geschut; om in slagorde te komen moest het nogmaals door de haven van Nieuwpoort waden, hetgeen reeds eenmaal was geschied. Tevens werden alle schepen uit de haven naar Ostende gezonden, zoodat aan vluchten niet te denken viel: alleen eene overwinning kon het be houd van het leger waarborgen. Aanvankelijk liet het zich aanzien, dat de zege aan 's vijands zijde zou blijven. Ware zijne ruiterij even heldhaftig en beleidvol opgetreden als het voetvolk, dan zou meest waarschijnlijk 2 Juli de vernietiging van het Staatsche leger hebben geboekstaafd; maar de kans keerde en leidde tot eene schitterende over winning (1). Het Staatsche leger had een duizendtal dooden te be treuren, onder welke 3 ritmeesters en 11 kapiteins; de vijand verloor ongeveer 3000 man aan dooden en 600 gevangenen. Onder deze laatsten telden don Pbancisco de Mendoza, admiraal van Arragon, twee ko lonels, een groot aantal officieren, edellieden en het geheele huis van den aartshertog (2). Tot den buit behoorden 100 vaandels4 kornetten een standaard van de gemutineerden en eenige kanons; al onze ver loren vaandels waren heroverd (3). Op 3 Juli trok het overwinnende leger naar Mariakerkede Staten- Generaal troffen terstond de noodige maatregelen tot herstel van de ge leden verliezen (4). Binnen enkele dagen werd het leger te velde versterkt met 9 vendelen onder kolonel jhr. Chakles van Wijngaaeden en 5 vanen gevolgd door 9 vendelen onder kolonel Abnout van Duivenvooede allen te voren onder het beleid van graaf Filips van Hohenlohe. Van ver volging van den vijand kon niets komen, evenmin van de inneming van Nieuwpoort. Wel werd het beleg hervat; maar de onmogelijkheid eener afsluiting naar de zijde van Dixmuiden, het ongunstige weer en (1) Het 37ste of laatste boek van Bor bevat twee platen, vertoonende de slagorden van beide legers; op dit boek volgt een bijvoegsel, getiteld: „La bataille de Nieuport escripte par „le chevalier Fransois Vere". (2) Zie Aanteekening N°. 42. (3) Eene vereering van 30 werd toegekend aan eiken soldaat voor het veroveren van een vaandel of heroveren vaneen verloren vaandelvan 50 voor een kornet (ruitervaandel) (Ees. S. G. 3 Juli 1600). (4) De koningin van Engeland gaf hare toestemming tot het lichten van 1000 man ter versterking van de twee regimenten Engelschen in Staatschen dienst; de koning van Schotland bood aan om 3 of 4000 man Schotten in dienst te stellen (Ees. H. 7/13 Augustus 1600).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1913 | | pagina 82